Rondetafelgesprek Duurzaamheid op Interclean: "Er is geen operationele reden om niet te verduurzamen"

Rondetafelgesprek Duurzaamheid op Interclean: "Er is geen operationele reden om niet te verduurzamen"

Tijdens de Interclean Amsterdam 2022 ging het niet alleen over alle spraakmakende innovaties waarmee de gasten in de RAI Amsterdam zich omringd zagen. Ook het thema duurzaamheid stond hoog op de agenda. Tijdens het rondetafelgesprek Duurzaamheid werd ingezoomd op hoe de schoonmaakbranche actie moet ondernemen voor een gezondere planeet. "Het is een lastige opgave, maar we moeten onze verantwoordelijkheid nemen."

Het zijn de woorden van Jolanda Both, commercieel directeur bij Hago Nederland. Naast haar aan tafel zaten oprichter en CEO bij Hygeniq Marcel in het Veld en oprichter van de Zero Waste Foundation Cor Gerritsen. Ronald Bruins, hoofdredacteur leidde het gesprek in goede banen. Ze praatten over duurzame schoonmaakproducten, gezondheid, verspilling en het ondernemen van actie.

Jolanda Both

Te langzaam

Want “het gaat te langzaam”, aldus In het Veld. Als CEO bij leverancier en producent van ecologische schoonmaakproducten Hygeniq reflecteerde hij op schoonmaakproducten. “Er zijn betere producten dan die de meeste bedrijven nu gebruiken en die bestaan ook al jaren. Die kosten niet meer en zijn minstens net zo efficiënt. De dosering, werkwijze, kleur en geur is allemaal gelijk. Er is dus geen operationele reden om niet te veranderen. En toch komt die verandering niet. Dat komt volgens mij doordat veel schoonmaakbedrijven niet aan hun proces willen komen. Ze werken met nauwe marges en dat maakt elke operationele wijziging een potentieel probleem.”

Gezondheid is prioriteit

Jammer, want met duurzame middelen kun je zowel je kostenplaatje als je de vitaliteit van je medewerkers verbeteren. In het Veld: “Er zitten veel stoffen in traditionele schoonmaakmiddelen die niet degenereren. Die ademt een schoonmaakmedewerker in en blijven in de longen. Dat is niet gezond.” Both haakte daarop aan: “Je moet je niet alleen bewust zijn van dit soort dingen. Je moet de verantwoordelijkheid nemen voor je mensen. Zij moeten vitaal en gezond blijven. Dat is onze eerste prioriteit, altijd.”

De fun part

Op het gebied van grondstoffen, producten en verspilling is al veel wet- en regelgeving. Dat is duidelijk niet genoeg om verandering echt te versnellen. Gerritsen: “Er is al veel regelgeving, maar als Zero Waste Foundation proberen we ook de fun part te ontwikkelen. Je moet mensen op de werkvloer stimuleren om anders met materialen en afval om te gaan. Daarom zetten wij in op een zero waste expedition. Werk samen in die expeditie toe naar het doel dat je wilt bereiken. Een goede manier om mensen daarbij te stimuleren, is door voorbeelden te geven. We hebben bijvoorbeeld informatieve leaflets gemaakt die niet alleen een informatiesnack zijn, maar ook gewoon een snack. Als je hem hebt gelezen, kun je hem eten. Dat maakt het leuk.”

Producten moeten bijdragen

In een korte video werd het begrip duurzaamheid uitgelegd en wat daar allemaal bij komt kijken. Er is onder andere een balans nodig tussen het verbruiken van grondstoffen en de natuur de ruimte geven te herstellen. In een ideale wereld ontwikkelen we producten die zelfs bijdragen. In het Veld: “Dat kan namelijk. Als je bioplastic gebruikt dat drie keer meer CO2 opslaat dan is gebruikt tijdens de productie, dan heb je een negatieve CO2-uitstoot. Je reduceert CO2. Die plastics gebruiken we al. Dat is een fantastische ontwikkeling.”

Cradle to cradle

Aan veel duurzame producten hangen ecolabels. Tussen al die labels zien veel mensen het bos echter niet meer. In het Veld: “In 2010 zijn we hier een beetje mee begonnen en er waren toen geen richtlijnen over hoe je duurzame schoonmaakmiddelen maakt. We moesten het helemaal zelf ontwikkelen. Bij Hygeniq kwamen we erachter dat de cradle to cradle-filosofie goed aansloot. Ik denk dat dat op dit moment het enige label is dat kijkt naar de totale impact op onze planeet. Van energie en gebruik tot materiaal en gezondheid. En het stelt geen grenzen. Het Europese Ecolabel gebruikt bijvoorbeeld een lijst met grondstoffen die je kunt gebruiken. Maar de huidige lijst stamt uit 2015. Dan mis je dus ruim zes jaar aan innovatie en dat is jammer.”

We moeten verbinden met elkaar en met andere bedrijven

Investeren in elkaar

Gerritsen haakte daarop aan: “Cradle tot cradle is mooi, maar de donuteconomie bijvoorbeeld ook. Het zijn filosofieën waarover we moeten lezen. Maar we moeten onszelf ook afvragen wat we zelf thuis en op het werk kunnen doen. Alleen lezen is niet genoeg, we moeten actie ondernemen.” Die actie bestaat uit verbinden. Gerritsen vervolgde: “We moeten verbinden met elkaar en met andere bedrijven om een duurzame keten te maken, een circulaire supply chain. Het gaat niet alleen om wat je zelf doet, maar ook om de keuze voor duurzame partners. Om deze circulaire ketens te creëren, moeten we van elkaar leren en meer investeren in elkaar.”

Marcel in het Veld

Samen ontwikkelen

Both was het hier volmondig mee eens. “Ik denk dat het belangrijkst is dat je de reis samen maakt met je klanten. Je draagt zelf de verantwoordelijkheid voor jouw medewerkers en duurzaamheid. Maar wanneer de klant niet bewust is van zijn duurzaamheid, kunnen wij dat niet voor hun doen. We moeten dat dan samen ontwikkelen. Gelukkig realiseren veel grote bedrijven zich dat en zijn er al veel bedrijven die die reis samen met ons aan het maken zijn.”

Starten met afmaken

In Nederland kunnen we op het gebied van verbinden nog veel winnen. Gerritsen: “Er is Europese wetgeving, maar er zitten veel verschillen in aanpak. Kijk bijvoorbeeld naar België. Zij zijn op het moment erg ambitieus en versnellen meer dan wij. Wij hebben al een aantal stappen gezet, bijvoorbeeld het verbannen van plastic rietjes. Ik sta ook niet negatief tegenover wat we doen in Nederland. Maar ik vind wel dat we meer verbonden moeten zijn met elkaar. We hebben veel initiatieven en pilots in het land, maar verder gaan we nog niet. We moeten stoppen met starten en starten met afmaken.”

We moeten stoppen met starten en starten met afmaken

Innovatie steunen

Veranderen moet wel mogelijk zijn, voor zowel grote als kleine bedrijven. Een aanjager kan zijn om van duurzaamheidscriteria in tenders knock-out criteria te maken: als je er niet aan voldoet, kun je niet meedingen. Both: “Dan versnel je het proces, dus dat lijkt mij goed. En dan niet alleen voor de grotere bedrijven, maar voor iedereen.” Kunnen kleinere bedrijven dan nog meekomen? In het Veld: “Iedereen in het bedrijfsleven weet dat innovatie negen van de tien keer wordt aangejaagd door kleinere bedrijven. In schoonmaaktenders kom je vaak pas in aanmerking als je een groter, ouder bedrijf bent met financiële stabiliteit. Terwijl de bedrijven die innoveren en vernieuwende producten op de markt brengen die financiële stabiliteit vaak nog niet hebben. Dat zijn de bedrijven die we echt meer moeten steunen, zodat zij ook mee kunnen.”

Duurzaamheid in DNA

De tafelgasten constateerden dus dat er nog te weinig verandering is, dat het te langzaam gaat. In het Veld heeft goede hoop dat er de komende jaren meer vanzelfsprekendheid in komt. “Veel innovaties over de jaren worden niet op grote schaal ingezet in het werkveld. Wat betreft duurzaamheid begint dat nu wel te komen. Op de plekken waar de beslissingen worden genomen in bedrijven, zit nu de generatie die ‘onbewust bewust’ is. Onze generatie moet er heel erg over nadenken om duurzaam te zijn. De jonge generatie is ermee geboren. Zij hebben duurzaamheid in hun DNA. Zij gaan zeker weten echt verandering teweegbrengen.”

Begin vandaag

Wat moeten we meenemen van deze rondetafelgesprek over duurzaamheid? Both: “We hebben geen andere keus dan te verduurzamen. Samenwerking is daarbij key.” Gerritsen vulde aan: “Let’s do it. Er zijn veel theorieën, maar kijk waar je zelf kunt beginnen. Begin vandaag en vraag je af of je toekunt met een beetje minder.” In het Veld sloot af: “We zijn al begonnen, nu moeten we het echt afmaken. Wacht niet langer, begin vandaag.”