Wat kunnen werkgevers leren van het rapport-Van Rijn?

Wat kunnen werkgevers leren van het rapport-Van Rijn?

De commissie-Van Rijn heeft de risicofactoren onderzocht voor het ontstaan van grensoverschrijdend gedrag in de mediawereld. Maar kenmerken van die mediawereld, zoals het werken onder strakke deadlines en een focus op het leveren van topkwaliteit, vinden we in veel meer sectoren. De aanbevelingen van de commissie kunnen dan ook breder van nut zijn.

De commissie-Van Rijn publiceerde eerder deze maand haar rapport over grensoverschrijdend gedrag binnen de publieke omroep. Maar ook andere sectoren, zoals ook de schoonmaak, kunnen leren van de bevindingen uit dit rapport. In de schoonmaak werken medewerkers immers ook vaak onder de druk van het hooghouden van de schoonmaakkwaliteit en dagelijkse deadlines van klussen die moeten gebeuren.

Aanbevelingen

Zo geeft de commissie een aantal aanbevelingen die in een breed scala aan branches van toepassing kunnen zijn:

  1. Investeer in de kwaliteit van leiderschapsgedrag
  2. School leidinggevenden in het herkennen van grensoverschrijdend gedrag
  3. Kijk niet alleen naar incidenten, maar ontdek de achterliggende patronen
  4. Zorg ervoor dat werknemers zich veilig kunnen uitspreken
  5. Doe het samen: zorg voor duidelijke checks and balances binnen de organisatie

Gevolgen medewerkers en organisatie

Uit het onderzoek van de commissie blijkt dat bij de publieke omroep een grote groep mensen te maken heeft gehad met pesten, intimidatie, seksisme en/of discriminatie. Ook in de schoonmaak is bekend dat er problemen voorkomen met deze vormen van grensoverschrijdend gedrag. Grensoverschrijdend gedrag heeft grote impact op het werkplezier en het welzijn van medewerkers. Ook heeft het invloed op de organisatie. De kwaliteit van het werk neemt af, er is meer verzuim en verloop van personeel neemt toe.

Oorzaken onveilige werkomgeving

Factoren die het risico verhogen op het ontstaan en voortduren van grensoverschrijdend gedrag, zijn onder andere een hoge werkdruk, strakke deadlines, onzekerheid bij medewerkers van hun dienstverband en hoge verwachtingen over het leveren van een bepaalde kwaliteit. De kwaliteit van het leiderschap speelt een grote rol bij al deze factoren. Goed leiderschap kan ondanks de aanwezigheid van deze risicofactoren toch een werkomgeving creëren waarin geen tot weinig grensoverschrijdend gedrag voorkomt. De aanbevelingen van de commissie spitsen zich dus ook voornamelijk toe op het leiderschap.

Rol voor leidinggevenden

Leidinggevenden hebben een belangrijke rol bij grensoverschrijdend gedrag. Zo is het essentieel dat zij steun bieden aan hun werknemers en klachten en signalen tijdig oppikken. Een leidinggevende moet dus niet alleen kennis hebben van het werk, maar ook over het goed aansturen van personeel. Daarnaast kunnen bijscholing en extra trainingen in het herkennen van grensoverschrijdend gedrag veel impact maken. Verder moeten leidinggevenden het goede voorbeeld geven aan de rest van het personeel en serieus omgaan met meldingen vanuit het personeel.

Werkcultuur

De commissie beveelt ook aan dat mensen niet moeten wegkijken en elkaar moeten aanspreken waar nodig. Dat betekent wel dat er een veilige sfeer op de werkvloer moet gelden, waarbinnen medewerkers zich veilig voelen om elkaar aan te spreken. Het creëren van deze werkcultuur is niet altijd gemakkelijk. Dat heeft tijd nodig en moet gebeuren in alle lagen van de organisatie, vanuit de directie en leidinggevenden, tot collega's onderling. Gelijkwaardigheid en respect staan hierbij volgens de commissie centraal. Zo staat in het rapport te lezen: “Gezonde organisaties kenmerken zich door respectvolle omgangsvormen van hoog tot laag.”

Verantwoordelijkheid

Prestaties zijn natuurlijk belangrijk, maar moeten niet als enige centraal staan. Werkplezier en een realistisch perspectief op wat medewerkers binnen een bepaalde tijd op een goede manier kunnen doen, zijn zeker zo belangrijk. Vaak volgens goede prestaties daar vanzelf op. De commissie-Van Rijn adviseert verder dat organisaties niet alleen moeten kijken naar incidenten van grensoverschrijdend gedrag, maar ook naar patronen. Alleen op die manier kun je het probleem systematisch aanpakken. Daarbij moet duidelijk zijn wie waar verantwoordelijk voor is en moet de organisatie erop toezien dat mensen hun verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk nemen.

Bron: AWVN

Lees meer: