Schoonmaakondernemer: waarom je reiskostenvergoedingen moet onderbouwen in administratie

Schoonmaakondernemer: waarom je reiskostenvergoedingen moet onderbouwen in administratie

De Belastingdienst heeft naheffingsaanslagen loonheffingen aan een schoonmaakbedrijf opgelegd. Terecht, onderdeelt de rechtbank. De schoonmaakorganisatie betaalde haar werknemers namelijk onbelaste reiskostenvergoedingen uit, maar daar werd in de administratie geen enkele onderbouwing over vastgelegd. Daarom wordt het gezien als verkapt loon.

Het gaat om een schoonmaakbedrijf dat diensten leverde aan horecavestigingen, hotels en vakantieparken. Onder de noemer reiskostenvergoeding, heeft het schoonmaakbedrijf in het jaar 2017 in totaal € 66.566 en in 2018 € 85.474 onbelast aan haar werknemers uitbetaald.

Dat terwijl er volgens de Belastingdienst in de administratie van het schoonmaakbedrijf geen declaraties van werknemers te vinden zijn, en geen overzichten waaruit blijkt hoe, per werknemer en per maand, het bedrag aan reiskostenvergoeding is vastgesteld.

Te weinig toeslag bijzondere uren

Verder bleek uit onderzoek door de fiscus dat het schoonmaakbedrijf te weinig cao-toeslag bijzondere uren uitbetaalde. Schoonmakers hebben namelijk voor werken in de avond, nacht, weekend of op feestdagen recht op een toeslag van 30%, 50% of 150% van het loon.

Het schoonmaakbedrijf verloonde in 2017 61.456 euro te weinig aan cao-toeslag bijzondere uren. In kalenderjaar 2018 werd 63.110 euro te weinig aan cao-toeslag bijzondere uren verloond. Volgens het schoonmaakbedrijf klopt dit niet, omdat de toeslag zit verwerkt in een vast uurloon.

De fiscus beargumenteerde dat de werknemers de cao-toeslagen waar ze recht op hadden wel hebben ontvangen, maar dan onder de noemer ‘reiskostenvergoedingen’. Dat wordt gezien als verkapt loon. Daarom legde de Belastingdienst hierover heffingsaanslagen op.

Eisen onbelaste kostenvergoeding

Terecht, oordeelde de rechtbank in Den Haag. De rechter vindt dat het niet uitmaakt of de cao-toeslagen al dan niet in het loon van de werknemers zijn begrepen. "Vast staat dat het schoonmaakbedrijf € 66.566 (2017) en € 85.474 (2018) onbelast aan haar werknemers heeft uitbetaald onder de noemer reiskostenvergoedingen", luidt de uitspraak.

"Aangezien het schoonmaakbedrijf voor deze onbelaste reiskostenvergoeding geen enkele onderbouwing in haar administratie heeft vastgelegd, is niet voldaan aan de vereisten voor een onbelaste kostenvergoeding. De naheffingen over de onbelast uitbetaalde reiskostenvergoedingen zijn daarom terecht opgelegd." Wel wordt de naheffingsaanslag 2017 verminderd.

Uitspraak: ECLI:NL:RBDHA:2021:15112