Uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte

Uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte

De fictie in de bepaling in de cao voor uitzendkrachten over onmiddellijke beëindiging van de uitzendovereenkomst met uitzendbeding bij ziekte is niet rechtsgeldig. Deze uitspraak heeft de Hoge Raad recent gedaan, over een zaak die de gemoederen in de uitzendbranche al enige tijd bezighoudt. Dit betekent dat de inlener actief de opdracht moet beëindigen in het geval dat een uitzendkracht ziek wordt tijdens de periode van de ter beschikkingstelling.

Het draait in deze zaak om een uitzendkracht die in dienst van een uitzendbureau door een arbeidsongeval tijdens werkzaamheden in het bedrijf van de inlener tijdelijk arbeidsongeschikt raakt. In de toepasselijke cao staat dat de uitzendovereenkomst eindigt doordat de inlener om welke reden dan ook de uitzendkracht niet langer wil of kan inlenen. In geval van ziekte of ongeval van de uitzendkracht wordt de terbeschikkingstelling direct na de ziekmelding geacht met onmiddellijke ingang te zijn beëindigd op verzoek van de inlener, aldus de cao.

De werknemer is het hier niet mee eens en wil worden doorbetaald. De kantonrechter wijst die vordering af. In hoger beroep wijst het gerechtshof Den Haag de loonvordering toe met het argument dat de cao-bepaling in strijd is met het wettelijke ontslagverbod tijdens ziekte. Solutions stapt naar de Hoge Raad, maar trekt het cassatieberoep in. De Hoge Raad besluit om toch uitspraak te doen in het belang van de rechtsontwikkeling.

Inlener moet verzoek indienen

De Hoge Raad oordeelt dat het uitzendbeding ook in geval van ziekte van de uitzendkracht tot beëindiging van de uitzendovereenkomst kan leiden. “Dat is niet in strijd met het wettelijke ontslagverbod bij ziekte. Wel is in dat geval vereist dat de inlener daadwerkelijk een verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht doet. De koppeling van het einde van de uitzendovereenkomst aan een fictief verzoek van de inlener tot beëindiging van de terbeschikkingstelling, doet afbreuk aan de rechtspositie van de uitzendkracht en is daarom niet toelaatbaar.”

ABU en NBBU gaan in gesprek met UWV

Werkgeversorganisaties ABU en NBBU gaan met het UWV in gesprek over de uitwerking van de uitspraak van de Hoge Raad. Ze verwijzen allebei naar de nieuwe cao-afspraken per 1 juli 2023, waarin staat dat zieke uitzendkrachten loon krijgen doorbetaald tot de einddatum van hun uitzendovereenkomst.