Ton van Dijk (Keep It Clean): "Wil je de opdrachtgever behouden, dan moet je samen door de pijn heen"

Ton van Dijk (Keep It Clean): "Wil je de opdrachtgever behouden, dan moet je samen door de pijn heen"

Schoonmakers zijn onmisbaar voor de Nederlandse samenleving. Dit zei 91 procent van de Nederlanders in een onderzoek van het onafhankelijke onderzoeksbureau Markteffect namens CSU. Ook gaf 80 procent aan dat schoonmaak in de toekomst meer aandacht moet krijgen, met oog op het tegengaan van virussen vergelijkbaar aan het coronavirus. Wat merken schoonmaakbedrijven van deze veranderende kijk op schoonmaak? Deze vraag legden wij voor aan Ton van Dijk, directeur van Keep It Clean. Eerder spraken we hierover al met Wilco de Vries, Raoul Hohmarow en Tim Both. Volg Service Management op LinkedIn:

“Sinds 15 maart is de vraag naar regulier schoonmaakwerk enorm gedaald”, zegt Van Dijk. “Aan de andere kant hebben verschillende opdrachtgevers gevraagd om extra werkzaamheden uit te voeren. Bijvoorbeeld om het gebouw nog een extra keer schoon te maken of het tapijt te reinigen. Dat soort extra werkzaamheden komen normaal gesproken op een aparte factuur te staan, maar dit hebben we nu verdisconteerd. Daarnaast hebben wij ook hele grote opdrachtgevers met algemene trappenhuizen en daar blijft het werk volledig doorgaan. Gelukkig hebben wij onze medewerkers lekker aan het werk kunnen houden.”

Tijdelijk afscheid van flexwerkers

Doordat de vraag is afgenomen, voelde Van Dijk zich wel genoodzaakt om tijdelijk afscheid te nemen van zijn flexwerkers. “Dat is voor die medewerkers heel vervelend, maar daardoor hebben wij snel kunnen schakelen. Het heeft ons tot gerustheid gestemd dat wij op die manier hebben kunnen bezuinigen. Hierdoor hebben wij geen beroep hoeven doen op de NOW-regeling.”


LEESTIP: Coronacrisis: Hoe zorgt u als schoonmaakondernemer dat u uw financiële zaken op orde heeft?


Flexwerkers betalen de rekening

Keep It Clean stuurt, ook in de coronatijd, geen factuur naar opdrachtgevers als er niet wordt schoongemaakt. “Hierover hebben wij heldere afspraken gemaakt met onze opdrachtgevers”, zegt Van Dijk. “Alle partijen zijn daar tevreden mee, maar de flexwerkers betalen daarvoor de rekening. Dat is heel vervelend, maar ergens moet de rekening worden betaald. Meestal is dat onderin. Dat weten wij als schoonmaakorganisatie als geen ander. Want ook wij zitten onderaan het budget van de nodige opdrachtgevers.”

“Dat geldt niet voor alle opdrachtgevers, want kinderdagverblijven en scholen zien al jaren dat er aandacht aan schoonmaak moet worden besteedt. Het GGD ziet daar nu ook op toe en daardoor is daar veel extra werk de komende maanden. Uiteindelijk heeft het zes weken geduurd totdat wij weer een substantieel deel van de medewerkers hebben opgenomen in de flexibele schil.”

Omzetterugval nihil

Door het tijdelijke afscheid van de flexkrachten, bij de vestiging Eemland – Amersfoort, is geen groot gat ontstaan in de omzet van het schoonmaakbedrijf uit Hilversum. “Er zijn opdrachtgevers die afscheid hebben genomen, maar dat zijn geen grote opdrachtgevers. De omzet is met nog geen tien procent gedaald en in de komende twee tot drie maanden verdienen we dat zeker terug.”

Van Dijk ziet enorme omzetstijging tegemoet omdat de kinderdagverblijven en scholen weer volledig open zijn. “Wij maken veel kinderdagverblijven en scholen schoon en daar zitten veel uren in. Kinderdagverblijven hebben de schoonmaak opgeschaald van drie naar vijf keer per week. Er is meer aandacht voor hygiëne. Te denken valt aan het extra schoonmaken van de lichtknopjes aan het einde van de dag, trapleuningen en handgrepen van deuren. Uit de flexibele schil zijn daardoor weer heel wat medewerkers aan het werk gekomen.”

Schoonmaak als noodzakelijk kwaad

Van Dijk erkent dat verschillende opdrachtgevers schoonmaak momenteel belangrijker vinden dan ooit, maar betwijfelt of dat op de lange termijn ook het geval is. “Ik verwacht een bewustwording in de markt, maar er zijn ook opdrachtgevers die schoonmaak als een noodzakelijk kwaad zien. Als zij bezuinigen, dan kijken ze of ze kunnen snijden in de kosten voor de schoonmaak. Daar houd ik rekening mee.”

“Het effect op de korte termijn is denk ik daardoor groter dan op de lange termijn. Als de economie een flinke dreun krijgt – op welke schaal weten we nog niet – dan gaat iedereen dat voelen en wij ook als schoonmaakbedrijf. Een opdrachtgever zegt dan: ik ga van vijf dagen in de week schoonmaken weer terug naar drie.”

Onzekerheid over de toekomst

De directeur van Keep It Clean blijft graag positief, maar is voorzichtig over de toekomst. “Voorlopig compenseren de kinderdagverblijven en scholen de omzetterugval, maar het is afwachten hoe lang dat zo blijft. De aankomende drie tot vier maanden verwacht ik geen problemen. Echter, ik durf niet met zekerheid te zeggen hoe dat in de toekomst is. Als een opdrachtgever vier maanden minimaal of geen inkomsten heeft, dan moet er worden bezuinigd. In een kantoor waar een derde minder mensen aan het werk gaan, hoeft nu eenmaal minder worden schoongemaakt.”

Samen door de pijn heen

Van Dijk gaat om tafel met opdrachtgevers met doorlopende contracten om te bespreken hoe hij de samenwerking in de nieuwe realiteit vorm kan geven. “Wil je de opdrachtgever behouden, dan moet je samen door de pijn heen. Het is een kwestie van geven en nemen. Ik doe dat liever dan dat een opdrachtgever opzegt, nog drie maanden moet doorbetalen en dat wij geen opdrachtgever meer hebben.”

“Wij gaan in gesprek, onderhandelen om er op een goede manier uit te komen en het is coöperatief. Die insteek implementeren lukt ons heel aardig. Keep It Clean bestaat ruim dertig jaar en heeft het nodige meegemaakt. Wij proberen goed te zijn voor onze opdrachtgevers en nemen hen serieus. Wij willen niet ten koste van alles geld verdienen.”

Lees ook de gesprekken met andere schoonmaakondernemers:
Wilco de Vries (Orion Schoonmaakbedrijf): “Geen schoonmaakwerkzaamheden, betekent geen factuur”
Raoul Hohmarow (Ned Cleaning Services): “Het is een zaak van overleven”
Tim Both (Schoonmaakbedrijf Both): “Voor ons zijn schoonmakers altijd al helden geweest”