Door Martijn Slot
Een ontwikkeling van de laatste jaren is die van de touchless dispensers. “Door het coronavirus is het een trend die steeds meer top of mind wordt”, vertelt Weber. “Elis investeert daarin, maar de markt vraagt er ook steeds meer om. Hoe minder je een dispenser hoeft aan te raken, hoe minder sprake er is van verspreiding van bacteriën. Er zijn desondanks nog veel dispensers waar je met je handen aan moet zitten. Wij hebben dispensers met een anti-bacteriële coating, die bacteriën op de dispenser doodt. De vraag hiernaar is ook groter geworden de afgelopen maanden.”
Universele dispenser
Volgens Bönhke verdwijnen dispensers met een systeemvulling steeds verder naar de achtergrond. “Er zijn bepaalde merken die een dispenser aanbieden voor een laag bedrag, maar de vullingen moet je wel verplicht drie tot vijf jaar afnemen. Dat zijn heel specifieke vullingen, met een bepaalde vorm of tuitje voor de zeep. In een dergelijke dispenser past alleen die vulling. Je komt in de problemen als dan bijvoorbeeld een tuitje kapot is en die vanuit China geïmporteerd moet worden. De dispenser is op zo’n moment waardeloos.”
Bönhke ziet in dat licht een enorme toename van universele dispensers. “Je schaft eenmalig een duurzame dispenser aan en die kun je tien jaar of langer aan de muur hangen. Wat betreft de inhoud ben je vervolgens vrij om te staan en te gaan waar je wilt. Als een leverancier dus een probleem heeft met de toelevering van het desinfectiemiddel, dan kun je vrij snel schakelen naar een ander middel van een ander leverancier.”
De handhygiëne zoals die geïntroduceerd is door het coronavirus, is niet meer weg te denken
Weber onderschrijft die mening niet: “Duurzaamheid gaat verder dan een dispenser jarenlang aan de muur te hangen. Op het moment dat je de dispenser verhuurt, tijdig de vullingen levert en aanvult, spreek je van een circulaire dienstverlening. Als na het contract of bij sluiting van een pand de dispensers van de muur worden gehaald, worden deze gerefurbished en weer ingezet. Zo verklein je de impact op het milieu.”
Geen problemen met leveren
Het coronavirus heeft ervoor gezorgd dat er bij Carel Lurvink een enorme toename was in de vraag naar dispensers. Het heeft echter niet voor problemen geleid. Bönhke: “Niet zozeer problemen, maar we hebben aan de inkoopkant wel moeten waken voor de kwaliteit van de dispensers. We kregen van alle kanten producten aangeboden en hebben daarbij wel nee moeten zeggen. We hebben het gered met onze vaste leveranciers.”
Weber vertelt over de situatie bij Elis: “Desinfecteren van de handen nam wereldwijd een enorme vlucht en dat zorgde voor een tekort. Het is niet voor niets dat bierbrouwerijen de alcohol die ze niet kwijt konden bij de horeca gebruikten om desinfectiemiddel te maken. Gelukkig hebben wij internationaal altijd voldoende voorraad en de regel is: eigen klanten eerst. Wij konden onze eigen klanten en nieuwe klanten blijven bedienen.”
Dispensers zijn een blijvertje
Dat dispensers voor desinfectie een blijvertje zijn, is voor Weber geen reden tot twijfel. “Handhygiëne wordt iets minder top of mind als het coronavirus onder controle is. Het gaat alleen nooit meer naar het lage niveau van voorheen. Onze generaties hebben nog nooit zo’n pandemie gezien die zo met gezondheid en hygiëne te maken heeft. Het heeft iets blijvends veranderd in hoe we kijken naar hygiëne en handhygiëne in het bijzonder. Het zorgt ook voor een blijvende verandering in onze dienstverlening. Het dreef voorheen voornamelijk op de service van bedrijfskleding, maar je ziet nu dat hygiëne een enorme vlucht neemt. Het komt onze business en veilig en hygiënisch werken ten goede.”
Een dispenser bij de ingang is goed voor de uitstraling van je bedrijf
Bönhke onderschrijft die mening: “De handhygiëne zoals die geïntroduceerd is door het coronavirus, is niet meer weg te denken. De zuilen met een dispensers erop bij de ingang van een restaurant, winkel, museum en ga zo maar verder, blijven behoren tot het beeld. Het is goed voor de uitstraling van je bedrijf en daarnaast heel hygiënisch. Vaak is het maar een kleine investering. Als je een klein restaurant of een kleine winkel hebt, gaat het over twee, drie of uiterlijk vier dispensers.”
Volop in ontwikkeling
De vraag naar dispensers is in coronatijden enorm, maar dat betekent niet dat dat ontwikkeling momenteel op een laag pitje staat. Bönkhe: “We zijn volop bezig. We hebben onze eigen lijn dispensers, waarmee we een half jaar geleden een aanbesteding hebben kregen van de overheid. Ze komen te hangen in elk overheidsgebouw. In die dispensers zit een QR-code, die kun je scannen met een smartphone. Je komt dan automatisch op een webpagina van ons. Iedereen die er gebruik van maakt krijg uitleg over hoe de dispenser werkt en hoe je ‘m vult.”
Data speelt sleutelrol
In de ogen van Oostland draait het bij de ontwikkeling van dispensers om het gebruik van data. “Daardoor kunnen dispensers communiceren en worden ze slimmer. Via een tool op je smartphone heb je inzicht in het verbruik. Je krijgt inzicht in op welk punt in een organisatie een dispenser veel of weinig wordt gebruikt en wanneer het aangevuld moet worden. Ook kun je als schoonmaakbedrijf zien wanneer een dispenser vaak wordt gebruikt. Je kunt je schoonmaakhandelingen daarop afstemmen. Is bijvoorbeeld de schoonmaakronde na de lunch het beste moment, of kan het beter vroeger of later? Hoe meer data je hebt, hoe effectiever en efficiënter je kunt werken.”
Hoe meer data je hebt, hoe effectiever en efficiënter je kunt werken
Bij Carel Lurvink speelt dat ook een grote rol. Bönhke: “Wij ontwikkelen een dispenser met chip erin die kan lezen wanneer de dispenser leeg is. Het is veel werk als je in een gebouw werkt met veertig verdiepingen en je moet elke verdieping af om te controleren of een dispenser leeg is of niet. Via een chip en een app op je telefoon kun je in één oogopslag zien of je naar een bepaalde verdieping moet of niet. Dat scheelt enorm veel tijd én geld.”
Duurzaamheid
Duurzaamheid speelt ook grote rol in de ontwikkeling van dispensers. Oostland: “Op het moment dat je een dispenser niet aanschaft, hoef je de dispenser ook niet weg te gooien. Dat is in basis al de meest duurzame oplossing. Veel organisaties geven aan dat ze liever dispensers kopen, maar op het moment dat een etage niet meer gebruikt wordt, worden ze van de muur gehaald en weggegooid. De impact op mens en milieu is dan vele malen groter dan dat je het in bruikleen hebt en na gebruik weer teruggeeft. De dispensers kunnen dan, mocht dat nodig zijn, refurbished worden of de materialen brengen we terug in hun oorspronkelijke staat.”
Solide digitale dispenser
Bönhke besluit met de beschrijving hoe de dispenser van de toekomst eruit ziet. “Het is een solide dispenser die jarenlang aan de muur hangt. De dispenser is voorzien van enkele digitale foefjes, gekoppeld aan een app waarmee je in één oogopslag kunt zien of die leeg is of niet.”
