Hygiëneforum 2023: verantwoord schoonmaken is nog altijd mensenwerk

Hygiëneforum 2023: verantwoord schoonmaken is nog altijd mensenwerk

Meer dan honderd belangstellenden kwamen donderdag 17 mei naar de RAI in Amsterdam om het hygiëneforum van Schoonmakend Nederland, de Vereniging Schoonmaak Research (VSR) en de NVZ mee te maken. Daar bleek dat verantwoord schoonmaken en hygiënisch gedrag nog altijd mensenwerk is. En dat er een hoop werk aan de winkel is om de kennis over hygiëne op niveau te brengen en te houden.

Spreekstalmeester Thomas Hoogendoorn heette als eerste prof. dr. ir. Philomena Bluyssen, hoogleraar binnenklimaat aan de TU Delft, welkom. Zij sprak over de kennis die zij vergaarde tijdens de coronaperiode. “Het was van groot belang dat wetenschappers in de internationale gemeenschap de Wereldgezondheidsorganisatie ervan konden overtuigen dat transmissie van het coronavirus via de lucht een belangrijke route was. Een groep van 36 wetenschappers wist dat naar voren te krijgen. Ze schreven ook dat ventilatie een van de belangrijkste maatregelen kon zijn om de overdracht via de lucht te bestrijden. Dat gaat over dusdanige luchtverversing dat de uitgeademde, geïnfecteerde lucht wordt afgevoerd.” In juni 2020 onderzocht Bluyssen zelf in proefopstellingen die werking. Daaruit bleek: “Of je nou anderhalve meter afstand in acht neemt of niet, in slecht geventileerde ruimtes ademen gebruikers elkaars uitgeademde lucht in.”

“In nauwelijks geventileerde ruimtes bouwen aerosolen zich op”, legde Bluyssen uit.

Aerosolen bouwen op

“In nauwelijks geventileerde ruimtes bouwen aerosolen zich op”, vertelt Bluyssen verder. “De ramen openen is al beter dan geen ventilatie, maar dat is in de winter niet houdbaar.” In haar onderzoek paste ze verschillende soorten ventilatie toe: mengventilatie, verdringingsventilatie, natuurlijke ventilatie (ramen openen) en spuiventilatie. Bij die laatste zet je deuren en ramen tegenover elkaar open. “Als je de mengventilatie zo hoog mogelijk zet, dan levert dat heel goede resultaten op. Spuiventilatie ook, maar dan moeten de gebruikers wel een paar minuten de ruimte uit, omdat anders besmette lucht langs niet-besmette personen kan stromen.”

Lucht langs apparaat

Mobiele luchtreinigers waren in scholen ook populair. “Met vaak een HEPA-filter, ionisatie of plasma in een apparaat om de lucht te zuiveren.” Ook daar deed de hoogleraar testen mee. “Daaruit bleek dat je de lucht in een ruimte dan langs het apparaat moet geleden. Groot nadeel was het geluidsniveau dat onacceptabel was.” Persoonlijke ventilatie zou het meest effectief zijn. “Maar dan ventilatie die niet alleen zoals in de auto verse lucht aanvoert, maar ook de lucht van een persoon afvoert.” Ze concludeert dat iedere ruimte een eigen aanpak behoeft. Of iemand ziek wordt van aerosolen afhangt van meerdere factoren. Zoals het aantal aerosolen, het stadium van de ziekte en hoeveel van de aerosolen het levend virus bevatten. Wie meer wil weten, raadde ze haar boek Wat je moet weten over binnenlucht aan.

Grootste rijksinspectieorganisatie

Bernadette Ossendorp, Chief Food Safety Officer bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit vertelde hoe de NVWA opereert. Met 3.300 fte is het de grootste rijksinspectieorganisatie in Nederland. De medewerkers opereren vanuit acht vestigingen door het land heen en hebben voedselveiligheid, dier- en plantgezondheid en het ontmoedigen van zaken als tabak en alcohol voor ogen. Ze noemde belangrijke ontwikkelingen die de NVWA in de gaten houdt. “De circulaire economie is goed, maar daarbij komt dat we reststromen gebruiken die we eerder niet gebruikten.” Bijvoorbeeld: “Wat gebeurt er met drukinkt van een verpakking die al eerder is gebruikt? Vormt deze een risico voor de voedselveiligheid?” Maar ze let ook op digitale handel. “Je kunt zo iets uit China bestellen en het hier online zetten voor de verkoop. Die handel is niet zo zichtbaar, maar kan wel schadelijk zijn.” De NVWA inspecteert en audit levensmiddelenbedrijven. “Dat doen we niet voor de boete omdat je bij wijze van spreken te hard rijdt. Maar juist om je bewust te maken van het belang van voedselveiligheid. Dat het een cultuur zou moeten zijn om dit goed geregeld en geborgd te hebben.” Daarbij gaat het om wie waarvoor verantwoordelijk is, bijvoorbeeld bij de schoonmaak. Dat moet vastgelegd worden in procedures, trainingen en in de uitvoering.

Volgens een vast schema reinigen

Meerdere workshops passeerden de revue. Bij een daarvan stond het thema 'Schoon is gezond' centraal. Freek Veneman van de technische commissie van de VSR hamerde op het belang van een gezonde werkomgeving op kantoor. “Zowel kantoor- als overige werkruimtes en natuurlijk sanitaire ruimtes zouden volgens een vast schema gereinigd moeten worden. Zorg dat van tijd tot tijd ook de ruimte nat wordt schoongemaakt. En zorg dat stofzuigers opgezogen verontreiniging niet opnieuw uitblazen. Vanuit normaal hygiënisch oogpunt moet sanitair goed worden schoongehouden en zo nodig dagelijks worden schoongemaakt.” Schoonmaak is voor het grootste deel oppervlaktereiniging, beschouwt Veneman. “De gevaren in een werkomgeving zijn fijnstof van buiten, niet-afbreekbare gifstoffen en zware materialen en biocontaminanten. Dat zijn verontreinigende stoffen van biologische oorsprong zoals bacteriën en schimmels. Maar die veroorzaken over het algemeen overlast en lichte ziektebeelden die wel weer overgaan. Het gevolg daarvan, en dat is onderzocht, een lagere productiviteit en lagere leerprestaties. Het verzuim daaruit is ongeveer 5 procent. Dat kost per jaar per medewerker ongeveer 2.000 euro.”

Het onderzoek van VSR naar gezondheid op de werkplek.

Schoonmaak is voor het grootste deel oppervlaktereiniging, beschouwde Veneman.

Minder ziektemakers

Schoonmaken verwijdert biocontaminanten van oppervlakten. Het dagelijks in plaats van wekelijks stofzuigen van tapijt levert, afhankelijk van de precieze situatie, bijvoorbeeld 35 tot 80 procent minder ziektemakers op. Sproeiextractie bij 70 graden Celsius maar liefst 50 procent minder ziektemakers. “De medemens die ook bij je in kantoor zit, is nog altijd het meest bepalend bij de vraag of je ziek wordt. Maar daar heb je met schoonmaak weinig invloed op.” De mens is wel degene die al het stof binnenbrengt, als een wolk van stof om hem of haar heen. “We stralen het uit en laten het vallen op oppervlaktes. TNO heeft voor ons onderzoek gedaan en concludeerde dat de stofniveaus omlaaggaan als je vaker reinigt.” Opmerkelijk daarbij: wie sneller stof afneemt of wist dan 1 meter per minuut, zorgt eigenlijk alleen voor opwerveling. “Je moet het dan ook rustig aan doen. Ik weet niet of hier in een calculatie van een schoonmaakbedrijf altijd rekening wordt gehouden. Daarom ook moet dat stof afnemen en wissen klamvochtig gebeuren.” Voor stofzuigen geldt volgens de VSR dan dat dat met een HEPA-filter moet gebeuren, ook in een snelheid van vierkant meter per minuut. “Niet tippend of vegend.”

Wat is verantwoord schoonmaken?

Marjon Gaikhorst, deskundige infectiepreventie en docent bij SVS, wilde in haar workshop de aanwezigen vooral laten nadenken over wat nu precies verantwoord schoonmaken is. Twee groepen dachten daar over na en kwamen met diverse antwoorden terug. Een bloemlezing: “Schoner achterlaten dan je het aantrof. Dat je weet waarom er schoongemaakt moet worden, met welke middelen en materialen.” Weer een ander: “Verantwoord schoonmaken is mensenwerk, dus moet je de mensen meekrijgen en van opleiding voorzien. Je kunt namelijk aantonen dat bijvoorbeeld microvezel effectiever is, maar als mensen dat niet aannemen, kun je vertellen wat je wilt.” 'Verantwoord' zat bij een andere groep meer in de risico’s. “Als voorbeeld: schoonmaak bij een verpleegtehuis voor ouderen is wat anders dan bij het korps mariniers. Bij die eerste plaats kun je minder risico’s nemen.” Daarna vroeg Gaikhorst de groepen wat ze wisten van desinfectie. De afdronk daarvan? “Je kunt beter goed schoonmaken, dan slecht desinfecteren.” Of een middel desinfectie mag heten, wordt bepaald door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. “Die laat desinfectanten toe of niet.”

Meer weten over het verschil tussen schoonmaken en desinfecteren?
Lees deze artikelen.
servicemanagement.nl/middelen-en-materialen/desinfecteren-doe-je-zo
servicemanagement.nl/middelen-en-materialen/wat-hebben-schoonmaken-desinfecteren-en-het-coronavirus-met-elkaar-te-maken
servicemanagement.nl/middelen-en-materialen/preventie-coronavirus-eerst-schoonmaken-dan-pas-desinfecteren

Marjon Gaikhorst, docent bij SVS, liet in haar workshop de aanwezigen nadenken over verantwoord schoonmaken.

Onhygiënisch gedrag geen kwestie van onwil

Plenair was het Bert Pol, oprichter en voormalig partner bij Tabula Rasa, die wees op de gedragscomponent van hygiëne. Hij deed in samenwerking met onder andere AZC’s en zorginstellingen verschillende onderzoeken. “De oorzaak van onhygiënisch gedrag op de werkvloer ligt vaak niet in onwil. Want niemand wil voedselvergiftiging oplopen of veroorzaken. Niemand wil covid of een ander virus van een ander overnemen of doorgeven. En niemand wil een bacteriële infectie oplopen of veroorzaken. Waarom is er dan toch onhygiënisch gedrag? Dat zit vaak in onwetendheid. Mensen weten niet dat iets onhygiënisch is of weten niet hoe ze hygiënisch moeten zijn. Soms is het ook een kwestie van ongeloof of het bagatelliseren van de consequenties. Een ander belangrijk item is dat er geen of niet voldoende faciliteiten bij de hand zijn. Als laatste oorzaak noem ik gewoontegedrag. ‘We doen het altijd al zo en waarom zou ik veranderen?'”

Jezelf niet als uitgangspunt nemen

Wie deze oorzaken te lijf wil gaan, moet aan interventies denken. Pol noemde er een flink aantal. “Neem niet jezelf als uitgangspunt voor de interventies, want dat leidt niet tot een effectieve interventie. Lang niet iedereen heeft jouw deskundigheid en ervaring. Lang niet iedereen denkt zoals jij. Infectiepreventiespecialisten hadden bijvoorbeeld een mooie poster gemaakt met daarop iets dat bacteriën moesten voorstellen. Met daarbij de boodschap 'stop om handen te wassen'. Het woord stop riep bij de doelgroep verwarring of en buitenlandse verstaanders zagen in de bacteriën een soort snoep.” Een andere boodschap aan zorgmedewerkers die geen sieraden mogen dragen, kwam beter over. “Een foto van een hand met sieraden met een kruis erdoor. Dat communiceert duidelijk de norm. ‘Dit vinden wij niet goed.’ Zorg dan ook dat de norm in de interventie zit.”

Pol ging verder met de tip om de interveniëren daar waar het gedrag plaatsvindt. “Dat heeft duidelijk het meeste effect.” Pol waarschuwde ook voor creatieve hoogstandjes, ingewikkelde boodschappen en grappige uitingen. “De aandacht gaat dan naar de creatieve vondst en de boodschap dringt niet door.” Hoe zit de doelgroep in elkaar? Pol riep op om daar onderzoek naar te doen. “Kan de interventie überhaupt begrepen worden? We kennen bijvoorbeeld al 2 a 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland en dat aantal stijgt.”

Pol: "Mensen weten vaak niet hoe ze hygiënisch moeten zijn."

Continue strijd

Een woordkunstenaar rapte de uitkomsten van de dag bij elkaar, waarbij het publiek een rol kreeg om het refrein te zingen. Wat bleef hangen, is dat er meer achter hygiënisch gedrag zit dan je in eerste instantie denkt. Daarover kennis vergaren zoals op het hygiëneforum is gedaan, is belangrijker dan ooit. Om misverstanden te voorkomen, vooringenomen standpunten tegen te gaan en om te vechten tegen onhygiënisch gedrag. We zijn en blijven mensen. En die mensen hebben kennis nodig om hun houding en gedrag op het gebied van hygiëne te veranderen. Dat is en blijft een continue strijd.