40 jaar Service Management: De eerste, de beste!

40 jaar Service Management: De eerste, de beste!

In oktober is het precies veertig jaar geleden dat het eerste nummer van het vakblad Service Management verscheen. Gedurende vier decennia heeft deze uitgave bijgedragen aan een beter imago en meer begrip voor het werk van enkele honderdduizenden personen die in eigen diensten of via schoonmaakbedrijven zorgen dat de werkplekken van anderen schoon zijn. Een terugblik.

Door Dick van Zomeren

Vakblad Schoonmaak & Hygiëne – de voorloper

In de tweede helft van de jaren zeventig was Samsom Bedrijfsinformatie verantwoordelijk voor de uitgave van talrijke vak- en verenigingsbladen, gedrukt in eigen beheer. Daaronder ook het bescheiden blad (oplage 1.000 stuks) Schoonmaak & Hygiëne, samengesteld door een externe redactie. De directie van Samsom vatte het plan op dat segment uit te bouwen door de redacties zelf aan te stellen en de introductie van nieuwe vakbladen als Adformatie (reclame/marketing), Assurantie Magazine en Binnenlands Bestuur. Allemaal verspreid op basis van controlled circulation. Dat wil zeggen gratis indien de lezers schriftelijk verklaarden in die sector werkzaam te zijn en dat periodiek herhaalden. De oplagen van die bladen liepen in de tienduizenden.

Meer aandacht voor huishoudelijk en facilitaire aspecten

In dat kader werd begin 1978 ook gekozen voor een nieuwe aanpak van Schoonmaak & Hygiëne. Het blad diende te worden verbreed. Model daarvoor stond het toenmalige Bedrijfsdocumentaire, vooral gericht op alles wat met kantoorwerk te maken had. Samsom Bedrijfsinformatie mikte echter op huishoudelijke of facilitaire aspecten (toen een onbekend begrip) die in het te verbreden Schoonmaak & Hygiëne aan bod moesten komen. De oude titel werd geschrapt en vervangen door de naam Bedrijfshuishouding, ook gratis te verspreiden via controlled circulation. De naam van het blad sloot toen aan bij de introductie van een nieuwe HBO-opleiding, genaamd Toegepaste Huishoud Wetenschappen, met aandacht voor voeding/catering, linnendiensten en schoonmaak.

Najaar 1978 verscheen allereerste editie onder de naam Bedrijfshuishouding

Voorjaar 1978 verscheen een zogenaamd nulnummer van Bedrijfshuishouding om het blad op de markt te introduceren en in dat najaar het eerste nummer. De hoofdredacteur (in dienst van de uitgeverij) kwam uit de sector bedrijfscatering en de belangrijkste externe redacteur was de eerdere hoofdredacteur van Schoonmaak & Hygiëne. Binnen twee maanden bleek dat de nieuwe hoofdredacteur het niet zo nauw nam met zijn taakopvatting en moest uit alle hoeken en gaten kopij worden gehaald. De eerste maanden bestond de inhoud uit een vreemd allegaartje, waarin geen enkele doelgroep zich herkende. De net gestarte hoofdredacteur werd binnen een half jaar ontslagen, waarna per 1 mei 1979 de samensteller van deze terugblik als zodanig werd aangesteld en dat tot 2008 zou blijven.

Van schoonmaken en hygiëne naar een ongestructureerd allegaartje aan inhoud

Redactioneel gezien was dat eerste jaar een ramp met een hoogst merkwaardige inhoud voor lezers die tot dan vooral over schoonmaken en hygiëne werden geïnformeerd. Het ging over bedrijfskantines, beveiliging, energiebesparing, groenvoorziening, glazenwassen, rioolsanering, groepsvervanging lampen, houtconservering enz. Pas een jaar na de aanstelling van de nieuwe hoofdredacteur kwam er meer structuur in de kopijstroom en bleek dat er bij een meer serieuze aanpak wel degelijk maandelijks een levensvatbaar en veelgelezen vakblad over schoonmaken kon verschijnen.

Ontstaan van de OSB had grote gevolgen voor de schoonmaaksector

Niemand kon het begin jaren tachtig weten, maar de sector schoonmaak stond aan de vooravond van een geweldige ontwikkeling, nationaal en internationaal. In de eerste plaats ontstond er in 1981 een nieuwe en sterke werkgeversvereniging, de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten. De OSB was het resultaat van twee partijen die tot dan in gewapende vrede leefden: de veelal grotere schoonmaakbedrijven van de AWS en de glazenwassers van de NVOGS. Na een historische vergadering in Ouwehands Dierenpark trok men gezamenlijk op als de nu bekende OSB. Niemand kon voorzien dat vanaf 2012 naast de OSB toch weer een tweede werkgeversvereniging (de SIEV) zou ontstaan, gericht op de sector MKB.

Nederlandse schoonmaakbedrijven maakten grote internationaliseringsslag

Een tweede ontwikkeling was de internationalisering, doordat concerns als Vendex-dochter Hodon (Cemsto, De Zon e.d.), Facilicom (Gom), Randstad (Korrekt, Lavold) en Vebego (Hago) in eigen land de markt aanvoerden, maar ook actief werden in landen als Frankrijk, België, Zwitserland, Engeland en Duitsland. Totdat Hodon werd opgeslokt door het Deense ISS, waren grote Nederlandse schoonmaakbedrijven toonaangevend in eigen land, maar ook in België en Frankrijk.

Wat uitvoering, opleiding en methoden betreft, gaf Nederland de toon aan en de internationalisering vertaalde zich in een actieve rol van Nederland in het mondiale werkgeversverbond, de WFBSC. Ons land leverde ook sprekers voor de tweejaarlijkse congressen, 1984 in Nederland, in verre steden als Yokohama, Queenstown, Rio de Janeiro en Sydney. Nederlandse delegaties van 30 schoonmaakondernemers waren geen uitzondering. Het was in die jaren dat de Interclean in Amsterdam zich een plaats veroverde als de toonaangevende vakbeurs in de wereld.

Te midden van die ontwikkelingen begon de voorloper van Service Management, Bedrijfshuishouding, een serie interviews met de directie van de tien grootste schoonmaakbedrijven en hun leveranciers. Daarnaast kwam er veel aandacht voor kleinere plaatselijke en regionale ondernemingen en de zeer snel groeiende sector opleidingen.

Nationaal Toiletonderzoek en Marktonderzoek zijn al decennia lang een gouden formule

In 1985 werd dit vakblad definitief op de kaart gezet toen het NOS journaal middels een interview aandacht besteedde aan de -door de redactie van Bedrijfshuishouding bedachte- test wat betreft hygiëne in openbare toiletten. Sindsdien besteden de media gegarandeerd elk jaar aandacht aan de uitkomsten.

Begin jaren negentig begon Service Management met een overzicht van de omzet van meer dan 120 schoonmaakbedrijven, waaronder alle grote ondernemingen. Baanbrekend, omdat tot dan naar buiten toe angstvallig werd gezwegen over de bereikte omzet en praten over de winstmarge helemaal not done was. Dat overzicht maakte het voor het eerst mogelijk een betrouwbare schatting te maken van de uitbestede en professionele schoonmaakmarkt. Net als de jaarlijkse toilettest, is ook dat overzicht een traditie geworden.

Van Bedrijfshuishouding naar Service Management

Na huishoudsters en huishoudscholen in de particuliere sector, verdwenen eind jaren tachtig ook het begrip (groot)huishouding in het bedrijfsleven en in de zorg de Civiele Dienst. Het brede begrip facility management deed zijn intrede. Daarmee begon ook de wat oubollige naam Bedrijfshuishouding van dit blad te knellen en werd gekozen voor Service Management om het dienstenaspect naast gebouwbeheer en techniek binnen facility management te benadrukken. Vanaf mei 1992 ging het blad verder onder de huidige naam.

De oplage bereikte toen het nu onwaarschijnlijke aantal van 14.000 exemplaren. Niet in de laatste plaats doordat het vakblad op grote schaal werd verspreid onder het midden- en lager kader van schoonmaakbedrijven alsmede onder enkele duizenden studenten van de tenminste vijf HBO-opleidingen die steeds populairder werden.

Service Management: De eerste, de beste

Mede door de internationalisering, ontstond er door overnames in de jaren negentig een enorme concentratie van schoonmaakbedrijven. Toonaangevende regionale bedrijven verdwenen in internationaal actieve groepen en ook bij de aanbieders van schoonmaakmachines en reinigingsmiddelen was sprake van overnames en concentratie. Dat had ook gevolgen op de advertentiemarkt voor Service Management, terwijl toen ook het eerste concurrerende blad op de markt verscheen. Dat was wennen. Intern werd meteen een slagzin geboren: Service Management; De eerste, de beste.

Los van concurrentie heeft sinds de eeuwwisseling ook de digitalisering het medialandschap drastisch veranderd. Door de sterke concentratie en de digitalisering bleek het gratis verspreiden van het blad niet langer mogelijk en werd dat 25 jaar na de start omgezet in een betaald abonnement.

Service Management ging digitaliseren: het ontstaan van het online platform

Wat die digitalisering betreft, werden halverwege het nu 40-jarig bestaan de eerste stappen gezet op de toen nieuwe ‘digitale snelweg’. Service Management begon daarmee heel voorzichtig en opende een site waarop vanaf 1999 wekelijks enkele korte nieuwsberichten over schoonmaakzaken verschenen. Zoals bekend is dat inmiddels uitgebouwd tot een breed aanbod met nieuws, actuele foto’s, korte verslagen en mededelingen betreffende professioneel schoonmaken en bijbehorende evenementen.

Ondanks alle veranderingen onverminderd populair

Opmerkelijk is dat al die ontwikkelingen op de markt en bij Service Management zich allemaal afspeelden onder de hoofdredacteur die mei 1979 in vaste dienst aantrad. Dat bestreek het tijdvak van 1979 tot 2008, toen de digitalisering rond het vakblad echt opgang kwam en redactionele vernieuwing wenselijk was. Vanaf 2008 kreeg Petra de Bruin (tot dan freelance redacteur) de functie van hoofdredacteur. Niet onlogisch in een branche waar 90% van de medewerkers een vrouw is. De Bruin bleef dat gedurende vier jaar, waarna de redactionele leiding in handen kwam van Ronald Bruins. Die is inmiddels ook alweer zes jaar hoofdredacteur en heeft alles rond het blad digitaal een nieuw tijdperk binnen gevoerd.

In 40 jaar tijd is de naam van het blad veranderd, de markt onherkenbaar gewijzigd en de printversie van Service Management is wat de snelheid van het nieuws aangaat de koppositie kwijt aan de digitale versie die het blad hoog en breed heeft ingehaald. Maar voor de minder gehaaste lezer, of als aanvulling, blijft het blad onverminderd populair.

Reflectie: niet alles is veranderd

Reflectie kan aanleiding zijn voor berusting, want enkele zaken zijn in die vier decennia niet veranderd. Ten eerste moet de redactie nog altijd strijden tegen de opvatting dat ‘alleen de groten’ in de publiciteit komen. Dat is onjuist omdat ook berichten, interviews en achtergrondverhalen zijn gepubliceerd over honderden plaatselijke en regionale bedrijven in de schoonmaaksector. Maar de marktleiders, spelen vaak bestuurlijk een rol, lopen voorop met ideeën en schromen niet om zelf contact te zoeken. Het MKB mag zelf ook wel wat actiever worden.

Nog iets wat niet is veranderd. Bij de start van dit blad in 1978 waren er twee werkgeversverenigingen die drie jaar later fuseerden tot wat nu de grote OSB is. Maar het zich als kleinere organisatie niet echt thuis voelen bij deze vereniging heeft in 2012 geleid tot de situatie dat met name MKB-ers in deze sector kozen voor kleiner, overzichtelijker en ‘onder ons’. Met als resultaat de oprichting van branchevereniging SIEV, of wel Schoonmaken Is Een Vak.

Acceptatie en waardering van de schoonmaak bevorderen – toen én nu!

Tenslotte Service Management, het eerste Nederlandse vakblad voor de schoonmaaksector, waarvan sinds 1979 tot dusver meer dan 400 papieren versies zijn verschenen. Het vakblad is wat uiterlijk betreft, onderwerp keuze en stijl onvergelijkbaar met de eerste jaren. Het uitgangspunt is nog steeds hetzelfde: vooraan staan bij nieuwe ontwikkelingen en daarover in begrijpelijke taal een breed publiek te berichten om zo de acceptatie en waardering van de bedrijfstak schoonmaak te bevorderen. Ter afronding een subjectieve constatering: Service Management heeft er zonder twijfel zeer veel aan bijgedragen om het aanzien van het vak op een hoger en acceptabel niveau te brengen.