Schoonmakend Nederland over zzp'ers: "Ongelijke concurrentie door verschillende regels"

Schoonmakend Nederland heeft een brief gestuurd naar de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer. In de brief attendeert de branchevereniging de commissie op de verschillen in regelgeving tussen de zzp'er en de werknemer in loondienst en stelt dat dit leidt tot een ongelijke concurrentiepositie in de schoonmaaksector.

Het aantal zzp’ers neemt zeer gestaag toe, terwijl het aantal werkgevers stabiel blijft, schrijft Schoonmakend Nederland in de brief.

"Op basis van gegevens van het Bedrijfstakpensioenfonds ligt het aantal werkgevers in de schoonmaak net onder de 3.500. (eind 2020: 3492). Ten aanzien van het aantal zzp’ers zien we op basis van CBS-gegevens in het 1e kwartaal van 2022 een totaal van 14.610 in onze sector. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2012, toen 7.465 zzp’ers actief waren in onze sector."

Lagere tarieven

De branchevereniging stelt dat de verschillen tussen zzp'ers en werkgevers leiden tot oneerlijke markteffecten. Zo gelden de (loon)kosten die direct voortvloeien uit de cao niet voor zelfstandigen, die daarmee lagere tarieven in de markt kunnen hanteren. Ook ten aanzien van de Arbowet zijn er verschillen, vooral doordat zzp'ers in de schoonmaak meestal niet werken onder gezag of samen met werknemers die in dienst zijn bij een werkgever op een object/klus. "Tenslotte constateren we dat een werkgever als gevolg van de toepasselijke arbeidshygiënische strategie wordt beperkt in het gebruik van middelen (zie voorbeeld hieronder bij werken met de wassteel), terwijl die beperkingen niet gelden voor de zzp’ers", vervolgt de brief.

Oneerlijke markteffecten

Schoonmakend Nederland concludeert: "Verschillen in toepasselijke regelgeving, zoals cao en Arbowet, op de zzp’er en de werkgever en werknemer leiden tot een ongelijke concurrentiepositie in de schoonmaakmarkt. Naast de oneerlijke markteffecten daarvan leidt dit ook tot grote gezondheids- en veiligheidsrisico’s voor zzp’ers. Wij roepen u en de Minister op om een eind te maken aan deze ongelijkheid."