Prinsjesdag 2022: dit moeten schoonmaakondernemers weten

Prinsjesdag 2022: dit moeten schoonmaakondernemers weten

Op Prinsjesdag, dinsdag 20 september, werden traditiegetrouw de plannen en begrotingen voor het nieuwe jaar bekend gemaakt. Wat betekent dit voor jou als schoonmaakondernemer? Service Management zet het op een rijtje.

Minimumloon omhoog

Het minimumloon gaat zoals verwacht omhoog met ruim 10 procent. Het kabinet verwacht dat hiermee ook de lonen in de loonschalen vlak boven het minimumloon zullen stijgen. Sociale uitkeringen zoals de bijstand en de AOW stijgen mee met het minimumloon. Een hoger minimumloon kan voor veel mkb’ers een forse stijging in loonkosten betekenen.

Inkomstenbelasting omlaag

De belasting op inkomen uit werk (box 1) wordt verlaagd van 37,07 procent tot 36,93 procent in de eerste schijf. Daardoor houden werkenden meer over van hun inkomen, tot maximaal 102 euro per jaar.

Arbeidskorting omhoog

De arbeidskorting gaat omhoog, wat gunstig uitpakt voor werknemers en ondernemers met een arbeidsinkomen tot 115 duizend euro. Daardoor gaat werk meer lonen voor deze inkomensgroep. Zeker voor de groep die tussen de 11 duizend en 37 duizend euro per jaar verdiend, gaat het inkomen omhoog als zij meer uren gaan werken. Ze houden dan meer over van hun loon.

Reiskostenvergoeding omhoog

De belastingvrije kilometervergoeding die werkgevers kunnen aanbieden aan hun werknemers gaat per 1 januari omhoog van 19 cent naar 21 cent per kilometer. Per 1 januari 2024 vindt er nogmaals een verhoging plaats naar 22 cent per kilometer. Dit betekent dat werkgevers meer reiskosten van woon-werkverkeer belastingvrij kunnen vergoeden aan hun werknemers. Het is wel aan de werkgever om te beslissen of de vergoeding daadwerkelijk omhoog gaat.

Vennootschapsbelasting omhoog

Het kabinet wil de grens voor het lage tarief in de vennootschapsbelasting (vpb) verlagen van 395 duizend euro naar 200 duizend euro. Het lage tarief van 15 procent gaat omhoog naar 19 procent. Het hoge tarief, dat geldt voor bedrijven met een winst vanaf 200 duizend euro, gaat omhoog van 25 procent naar 25,8 procent.

Werkgeverslasten verlagen

Werkgevers krijgen te maken met een hogere vennootschapsbelasting, hogere loonkosten en hogere energiekosten. Om toch enkele werkgeverslasten te verlagen en daarmee investeringen aantrekkelijker te maken, neemt het kabinet ook een aantal maatregelen. Zo komt er een lagere premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds voor kleine werkgevers, gaat het kabinet de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de energie-investeringsaftrek (EAI) fiscaal stimuleren en komt er een hoger budget voor de Werkkostenregeling (WKR). De vrije ruimte in de WKR gaat van 1,7 procent naar 1,92 procent tot een loonsom van 400 duizend euro. Voor de MIA en de EAI trekt het kabinet respectievelijk 50 en 100 miljoen euro extra per jaar uit.

Zelfstandigenaftrek in stappen omlaag

Zoals verwacht gaat de zelfstandigenaftrek naar beneden. Dit is een vast bedrag dat je als zelfstandige mag aftrekken van je winst, mits je aan alle criteria voldoet. Op het moment bedraagt die aftrek 6310 euro. Hij gaat de komende jaren echter in zes stappen naar beneden. Zo bedraagt de ZA in 2023 nog 5030 euro, 3750 euro in 2024, 2470 euro in 2025, 1200 euro in 2026 en nog maar 900 euro in 2027. Het doel van de maatregel is de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers in loondienst te verkleinen.

Belasting op bestelauto’s

Het kabinet wil dat voor bestelauto’s dezelfde criteria gaan gelden als voor personenauto’s. Daarom moeten ondernemers straks ook belasting (bpm) betalen bij de aanschaf van een bestelauto. Hierbij wordt gekeken naar de CO2-uitstoot. Ook de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor deze bestelauto’s moet omhoog. Het doel is om ondernemers te stimuleren een milieuvriendelijkere bestelauto te kopen. Daarom wil het kabinet de ondernemersvrijstelling dan ook vanaf 2025 afschaffen.

Bron: Rijksoverheid