Richard Fröling van Fröling’s Schoonmaakbedrijf was de eerste die de wassteelmethode introduceerde in Nederland. Aansluitend probeerde Ruud Ter Smitte van groothandel Haagclean Products de wassteel binnen ergonomische grenzen geaccepteerd te krijgen…
De weg van de wassteel is op zijn zachtst gezegd geen makkelijke, constateren beide heren die nogal wat tegenstand te verduren hadden. Het verhaal van Fröling begint in 1996 in Florida waar hij naar eigen zeggen een kwartier stond te kijken naar een man die vanaf de grond met een stok de ramen zeemde. “Dat leek me het ei van Columbus.”
AWOG
Fröling deed navraag en het bleek de befaamde Tucker Pole. “Die ontdekking deed ik precies op het moment dat er in Nederlandse strengere regelgeving aankwam. Daardoor mocht je niet meer gebruikmaken van de bootmanszit en kon je ook niet meer onbeperkt een ladder gebruiken. AWOG zag in de hoogwerker destijds hét alternatief.”
En toen kwam, naar zeggen van Fröling, een Hagenaar met een stok om de hoek zetten. Hij zette de wassteel in bij één van zijn klanten, de hogeschool Utrecht. “De arbeidsinspectie houdt daar tegenover kantoor en ons werk werd binnen de kortste keren stilgelegd.”
Vreemde conclusies
Fröling nodigt de inspecteur uit op zijn kantoor, waar een gebrek aan regelgeving over het gebruik van de wassteel aan het licht komt. Sterker nog: Fröling kan ze een rapport overhandigen van Fysergo dat hij samen met Ruud ter Smitte van Haagclean heeft laten opstellen.
Die laatste: “Daaruit bleek dat het veilig werken was, mits je onder 13,5 meter hoogte blijft en maximaal vier uur per dag de wassteelmethode hanteert, waarvan maximaal twee uren boven de 7 meter. Daarmee zou de wassteel ook economisch rendabel zijn.”
Economische Zaken
Het rapport werd ingebracht bij een commissie van Scenter Novem, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. TNO wordt gevraagd nog eens naar de wassteelmethode te kijken.
Smitte: “En daar kwamen ineens heel vreemde conclusies uit. Men keek naar de hangladder waar je vier keer vijftig meter mee mocht glazen wassen. Vier keer vijftig meter is tweehonderd meter per dag. En dat werd de norm die de arbeidsinspectie tot aan de dag van vandaag stelt.”
Daarmee werd de wassteel eigenlijk koud gesteld, stellen beide heren. Smitte: “Want daarmee was hij niet meer economisch rendabel. Op deze manier kun je geen effectieve werkdag samenstellen.”
Afwerkmaterialen
In de zoektocht naar ergonomische onderbouwing keken Fröling en Smitte wereldwijd ook naar andere methodes. Smitte: “Die bleken er niet. We vonden uiteindelijk één methode die er op leek, maar dat betrof met een stok kokosnoten uit een boom zagen. Er was simpelweg geen jurisprudentie. We hebben zelfs nog laten onderzoeken wat gedemineraliseerd water doet met afwerkmaterialen. Die materialen bleken geen schade te ondervinden.”
De arbeidsinspectie handhaaft de tweehonderd meter grens niet of nauwelijks, constateren beide heren. Smitte: “De wassteelmethode is zeer populair geworden. Je zou zelfs kunnen zeggen dat deze heeft gewonnen van de ladder.”
Arbeidsinspectie
Dat is volgens hem ook niet geheel onterecht. “Immers, bij de wassteel heb je geen valgevaar en je kunt snel veel meters maken. En een ladder moet je altijd nog van je wagen af tillen, neerzetten en uitschuiven. Dat is ook een zware belasting voor je lichaam.”
De ISSA/Interclean betekende weinig goeds voor de promotie van de wassteel, constateert Smitte. “Daar sprak een mevrouw van de arbeidsinspectie mij aan. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om stelen van 20 meter te demonstreren. Dat waren mijn stelen niet, moest ik haar uitleggen. En ze begreep niet dat ze op een internationale beurs was beland.”
Bestaansrecht
In Engeland mag de wassteel namelijk tot 20 meter worden uitgeschoven. “Daar hebben ze heel makkelijk afscheid genomen van de ladder”, constateert Smitte. Hij voegt er meteen aan toe dat hij daar geen voorstander van is. “Ladder, hoogwerker en wassteel hebben naast elkaar bestaansrecht.”
Het zou volgens hem wel goed zijn de wat vage positie van de wassteel onder de loep te nemen. “Na vijftien jaar waarin deze een plaats heeft veroverd, mag dat wel een keer. Vooral omdat de stelen ook lichter en lichter zijn geworden.”
Ridicule norm
Dat beaamt Fröling, die er en passant erg trots op is dat bijna iedere glazenwasser met een door hem naar Nederland gebrachte uitvinding aan het werk is. “Op die tweehonderd vierkante meter wordt niet gehandhaafd door de inspectie. Het is ook een ridicule norm. Je bent ook niet continu hoog aan het ramen wassen. Je werkt van boven naar beneden. Eerst drie hoog en daarna continu lager. En dat betekent ook minder belasting voor nek, schouders en rug.”
De wassteel is volgens hem niet meer weg te denken. “Hij is algemeen en breed geaccepteerd. Het wordt tijd daar ook een wettelijk kader voor te scheppen.”
Geef een reactie