Schoonmaak in verpleging en verzorging: "Infecties blijven, belangrijkste is hoe je ermee omgaat"

Schoonmaak in verpleging en verzorging: "Infecties blijven, belangrijkste is hoe je ermee omgaat"

"Je kunt de schoonmaak in zorginstellingen absoluut niet vergelijken met de schoonmaak op kantoor", zegt Beate Geene, facilitair manager bij schoonmaakbedrijf Aafje Facilitair. "Tijdens de corona-uitbraak al helemaal niet. Daar waar je in vaak lege kantoren het schoonmaakprogramma langsgaat, heb je bij verpleging en verzorging te maken met bewoners en hoe zij tegen schoonmaak aankijken."

Geene kan de vergelijking goed maken, want voordat ze in 2002 bij Aafje Facilitair ging werken, was ze actief bij een klein regionaal schoonmaakbedrijf dat vooral kantoren schoonmaakte. “Daarnaast ben ik docent en examinator geweest bij opleider SVS.”

Aafje Facilitair is een afgeleide van stichting Aafje die zorg aanbiedt in de regio Rotterdam met huizen, zorghotels en thuiszorg. Daarbij gaat het om verpleging en verzorging, maar ook om revalidatie, preventie, ondersteuning en advies. Het facilitaire bedrijf biedt schoonmaak, intern en extern transport, catering en linnendiensten.

Daar waar je bij kantorenschoonmaak vaak langskomt wanneer eindgebruikers het pand uit zijn, kom je bij verpleging en verzorging bij de bewoners in hun woning.

“We staan op eigen benen, maar Aafje is wel onze grootste klant. We hebben ook andere klanten, zoals een gezondheidscentrum, een sportvereniging, enkele kantoren en de Laurenskerk in Rotterdam. Daarnaast bouwen we ook op en breken af voor evenementen. Natuurlijk met aanpalend de schoonmaak erbij. Dat alles in en rondom de regio Rotterdam.”

Te gast in de seniorenwoning

“Je kunt schoonmaak in kantoren niet vergelijken met schoonmaak bij verpleging en verzorging”, vervolgt Geene. “Daar waar je bij kantorenschoonmaak vaak ‘s avonds of ’s ochtends langskomt wanneer eindgebruikers het pand uit zijn, kom je bij verpleging en verzorging bij de bewoners in hun woning. Jij bent op bezoek. Je moet dat dus aanvoelen. Daar komt dan meer communicatie bij kijken."

Ze vervolgt: "Allereerst een vriendelijk goedemorgen of goedemiddag. En: ‘Schikt het dat ik kom schoonmaken?’. Daar bovenop komt dat je respectvol moet zijn met hun spullen waar heel veel emotionele waarde aan kan zitten. Verder is het loslaten soms moeilijk voor de senioren. Ze hebben activiteiten zoals schoonmaak uit handen moeten geven omdat ze dat nu eenmaal niet meer zelf kunnen doen.”

Dat neemt niet weg dat er, natuurlijk, ook een schoonmaakprogramma is. “We willen natuurlijk de kwaliteit van de schoonmaak waarborgen, met daarnaast genoeg ruimte om op het laatst te vragen aan de bewoner ‘wat zou u nog gedaan willen hebben?’ Soms kom je dan ook op speciale wensen. Bijvoorbeeld dat een bewoner zijn stoel in de was wil laten zetten.”

Bleek, sop en boenwas

“Vaak heb je met oudere mensen te maken”, zegt Geene. “Zij vinden soms nog dat schoonmaak gepaard moet gaan met bleek, ruim sop en boenwas. Daarom moeten we uitleggen waarom we met microvezeltechniek werken en wat dat betekent. Alleen water en geen sop dus.”

Geene en haar collega’s werken op vijftien locaties, inclusief twee zorghotels. In totaal kent Aafje Facilitair iets meer dan tweehonderd medewerkers. “Tijdens corona hadden we continu overleg met de zorg. Aafje heeft een infectiepreventiecommissie waar wij als schoonmaak ook onderdeel van zijn. Wat moet er gebeuren? Welke protocollen hanteren we? Maar ook: waar is er wat aan de hand? Moet er ergens extra schoonmaak plaatsvinden, bijvoorbeeld op de zogeheten touch points?”

In maart 2019 was het spannend, zegt Geene. “Ons zorghotel bij het Maasstad Ziekenhuis was een coronahotel geworden waar verschillende patiënten werden opgevangen en op diverse locaties hadden we cohortafdelingen. Dat zijn speciale afgesloten afdelingen waar bewoners met corona lagen. Dat betekende daar als schoonmakers, net als de zorgmedewerkers, beschermende kleding dragen, onze collega’s informeren over de risico’s, het volgen van de protocollen en aan- en uitkleden in de ‘schone’ en ‘vieze’ sluizen. De schoonmaaktaak werd enorm veel zwaarder met al die beschermende kleding aan.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Beate Geene: We hebben hartstikke fijne medewerkers die zich ontzettend betrokken voelen bij het wel en wee van de bewoners.

Disposable materialen

In het zorghotel en bij de cohortafdelingen ging Aafje Facilitair al snel met disposable materialen werken. Die betrokken ze van groothandel Weska. “Per kamer nieuwe materialen. Zodat je de disposable doeken meteen kon weggooien. Zo konden we doorwerken en reduceerden we de kans op een besmetting. Ook het desinfecteren van kamers nadat er iemand met Covid-19 was geweest, was zwaar. Daar hebben we op een gegeven moment een desinfectiemachine voor gekocht. Per locatie hebben we nu één desinfectiemachine die desinfectiemiddel vernevelt in de ruimtes die we behandelen.”

Fysiek was het zwaar, maar mentaal nog zwaarder, beschouwt Geene. “We hebben hartstikke fijne medewerkers die zich ontzettend betrokken voelen bij het wel en wee van de bewoners. Op een gegeven moment mochten de bewoners hun familie niet zien. Soms werden ze heel erg ziek van corona. Sommigen kwamen te overlijden. Het was bij tijd en wijle hartverscheurend. ‘Ik doe het voor de ouderen’, zeiden collega’s van me middenin de crisis. Daar was ik trots op. Waar iedereen thuis moest werken, gingen zij juist de corhortafdelingen op. Ook hun thuisfront maakte zich zorgen over of ze niet besmet raakten.”

‘Ik doe het voor de ouderen’, zeiden collega’s van me middenin de crisis.

Extra alert

Aafje Facilitair evalueerde de afgelopen coronaperiode met haar medewerkers. “Hoe hebben onze collega’s de periode beleefd? Wat deden we goed en wat hadden we anders kunnen of moeten doen? Daar kwam heel positief uit dat we in elk geval veel aandacht hadden voor hun verhalen. Er werd geluisterd. Dat moet ook wel, want ze maakten van dichtbij mee dat hun bewoners ziek werden en soms zelfs overleden. We zorgden altijd dat er iemand was om mee te praten. Ook over hoe ze het werk op de cohortafdeling en in het coronahotel beleefden. Veel collega’s trokken voor de eerste keer beschermende kleding aan en gingen voor het eerst zo’n afdeling op. Die feiten en cijfers alleen al zorgen voor spanning. Die spanning moet je ergens kunnen ventileren. We gingen stap voor stap de protocollen door en er kwamen meer pauzes, want je bent echt moe na het werk op zo’n afdeling in beschermende kleding. We kregen daarnaast training in handen wassen. Alles om extra alert te zijn.”

Infecties blijven er

Het is nu rustiger, beschouwt Geene. “Dat mag ook wel na twee hele grote coronapieken. Alle bewoners zijn gevaccineerd en er mag weer bezoek komen. Als er verdenking is van een coronabesmetting, acteren we daar snel op. Met gelijk testen, afstand houden en informeren. Tegelijkertijd houden we de aandacht vast op het belang van hygiëne. Zo is er nog steeds extra schoonmaak op de contactpunten."

"Of ik de griepgolf van het najaar vrees? Griep is er eigenlijk altijd al geweest en een griepgolf maakt de situatie in essentie niet heel anders," zegt Geene. "We hebben altijd infecties gehad en die zullen we ook blijven houden. Het belangrijkste is om ervoor te zorgen dat je ze weer zo snel mogelijk kwijt bent, linksom of rechtsom. Dat betekent dat de schoonmaakprotocollen goed in elkaar moeten zitten en dat we als schoonmaakbedrijf scherp moeten blijven op hygiëne. Zo bespreken we continu in werkoverleggen de situatie op een locatie en wat er moet gebeuren. Ik merk daarbij een enorme betrokkenheid om het goed te willen doen voor de bewoners. Met trots zeggen schoonmakers hier dat ze bij ons werken.”