"Software kan geen bezem vasthouden"

Schoonmaakadviesbureau MasterKey viert dit jaar haar 25-jarig jubileum. Reden voor oprichter en directeur Jan Halfman (foto) om eens terug te blikken én vooruit te kijken. "Een opdrachtgever wil waar voor zijn geld en het schoonmaakbedrijf wil een fair bedrijfsrendement. Dat is in die 25 jaar niet veranderd."

Het was een duik in het diepe toen Jan Halfman in november 1996 met MasterKey begon. “Ik had daarvoor al heel stoer bij mijn toenmalige directeur aangegeven dat we meer konden – en moesten – doen met de MasterKey-software dan we op dat moment deden", zegt hij.

Geen appeltje-eitje

Toen de software werd verzelfstandigd en Halfman zijn ideeën eindelijk in de praktijk kon brengen, bleek ondernemen geen appeltje-eitje. “Ik wilde de verzamelde gebouwdata voor meer facilitaire diensten benutten dan alleen schoonmaak. Het idee was om de data vanuit één moederbestand te beheren. Daar konden de andere facilitaire diensten weer hun eigen data uit halen. Maar de markt stond ook niet stil en Facility Management Informatie Systemen (FMIS) waren al in opmars. Bovendien had ik maar één programmeur aan boord. Billenknijpen dus.”

Op bestaande klanten richten

De kersverse ondernemer richtte zich daarom eerst maar op zijn bestaande klanten en gaf aan dat hij geen ijzer met handen kan breken. Halfman: “Ik zeg wat ik doe en ik doe wat ik zeg. Dat was het motto.” In 1998 verscheen MasterKey voor het eerst met een Windowsapplicatie. “Data zijn leuk, maar software kan geen bezem vasthouden”, onderstreept Halfman. “Er was veel behoefte aan hulp op vakinhoudelijk gebied. Daarom lanceerden we MasterKey Adviesdiensten. We gingen aanbestedingen begeleiden en externe metingen uitvoeren met onze software. Dat had een enorm voordeel: je kon de metingen simpel met een handterminal en barcodes uitvoeren. De resultaten las je af van graphics. Nu een piece of cake, maar toen was dat state of the art.”

Mazzel met bonus-malusregelingen

Halfman had bovendien mazzel. De bonus-malusregelingen in contracten waren in opkomst. Onafhankelijke partijen moesten dan vaststellen of de contractueel overeengekomen kwaliteit werd geleverd. “Een grote instelling vroeg ons in dat kader of we landelijke dekking hadden voor controles bij al hun locaties. Maar natuurlijk! De ene dag kon onze inspecteur naar Groningen, de volgende dag naar Maastricht", blikt Halfman terug. “Door de komst van multinationals als klant werd onze dekking nog veel groter. Met onze software konden we toen al per klant of rayon de resultaten van kwaliteitsmetingen rapporteren. Een welkome aanvulling op de kwartaalgesprekken tussen opdrachtgever en schoonmaakbedrijf.”

Stampvolle vensterbanken

Hij vervolgt: “Vanaf toen groeide MasterKey als kool. Door ruimtegebrek lagen zelfs de vensterbanken stampvol kwaliteitsrapporten. Daarom automatiseerden we het proces van metingen inplannen, uitvoeren en rapporteren. Klanten kregen hun rapporten digitaal en ons team heeft de sanseveria’s weer voor de ramen gezet.”

In 2001 ging het adviesbureau in zee met de Duitse brancheorganisatie voor schoonmaak. “Door een slimme deal kregen we het alleenrecht voor de software in Duitsland", vertelt Halfman. “Tijdens de tournee langs de 27 afdelingen van de brancheorganisatie regende het orders. Rond die tijd lanceerden we hetzelfde meetsysteem in Nederland als het Europees Resultaatgericht Meetsysteem, dat op de dag van vandaag nog wordt gebruikt.” In de daaropvolgende jaren breidde de organisatie zich verder uit. Er wordt niet meer alleen over schoonmaak geadviseerd, maar ook over andere facilitaire diensten zoals catering, receptie en beveiliging. “Door de vraag naar interimmanagers begonnen we ook MasterKey Interim", voegt de ondernemer eraan toe.

Graag de discussie aangaan

Hobbels waren er ook. Zo leidde de overname van Clean Concepts in 2013 tot een reorganisatie. Halfman: “Toen hebben we onze oorspronkelijke why onder het tapijt vandaan gehaald. Die was en is nog steeds hetzelfde. We willen de markt helpen professionaliseren en opdrachtgevers helpen om grip op hun facilitaire zaken te krijgen. We werken daarbij vanuit onze kernwaarden: fair, verbindend, deskundig en pragmatisch. En we hebben een mening, waarbij we graag de discussie aangaan en hierover publiceren. De discussie over het gebruik van voorcalculatie als gunningcriterium kan ik mij nog levendig herinneren, net als het inbesteden van schoonmaak door de Rijksoverheid en het gebruik van BVP (Best Value Procurement, red.) bij schoonmaakaanbestedingen.” Hij vervolgt: “En wij hadden de primeur om als eerste adviesbureau een convenant met CNV te sluiten. Dat zorgde voor een correct verloop van contractovergangen tussen schoonmaakpartijen.”

“Door ruimtegebrek lagen zelfs de vensterbanken stampvol kwaliteitsrapporten.”

Jan Halfman

Schoonmaak staat niet stil

Genoeg teruggeblikt op het verleden, zegt de schoonmaakadviseur. “Tevreden stilstaan levert alleen maar spinnenwebben op. Hoewel Mark Rutte schoonmaak tijdens de coronacrisis als essentieel beroep bestempelde, is er nog veel te doen. Er gaat namelijk van alles veranderen. Zo is er steeds minder kantoorruimte in gebruik. Minder meters betekent meer prijsdruk en daardoor druk op de kwaliteit en druk op de schoonmakers.”

“Schoonmaakbedrijven moeten de afgesproken kwaliteit leveren. Nu ligt de bewijsvoering hiervan bij de opdrachtgever, maar dat gaat veranderen. De schoonmaakdienstverleners moeten straks zelf aantonen dat zij leveren wat ze hebben beloofd", stelt Halfman. Volgens de schoonmaakexpert is dit het gevolg van een professionalisering van de markt. Digitalisering krijgt hierin een grote rol. Halfman: “De klant- en contractinfo moet geïntegreerd worden met de bedrijfssoftware van schoonmaakbedrijven. De koppeling met de data over het gebruik van gebouwen en inzet van mensen en middelen hoort daar ook bij. Alleen zo krijg je grip op kwaliteit én rendement.”

Niet veranderd

Maar dat zijn niet de enige ontwikkelingen waar de schoonmaakbranche mee te maken heeft, ziet Halfman. Zo noemt hij de krapte op de arbeidsmarkt, waardoor robotisering naar zijn verwachting versneld haar intrede zal doen. Hij vervolgt: “Een andere uitdaging is dat sommige inkopers nog steeds te licht denken over schoonmaak en dit als commodity zien. Waarbij anderen de aanbestedingen juist veel te academisch aanpakken. Terwijl schoonmaak vooral mensenwerk is, die duurzaam ingezet moeten worden.”

Halfman afsluitend: “Wat blijft, is dat de opdrachtgever waar voor z’n geld wil en het schoonmaakbedrijf een fair bedrijfsrendement. Dat is in die 25 jaar niet veranderd.”