27% schoonmakers heeft matige tot slechte gezondheid

27% schoonmakers heeft matige tot slechte gezondheid

Meer dan een kwart (27%) van de schoonmaakmedewerkers heeft een matige tot slechte gezondheid. Dat blijkt uit de (link: https://www.ras.nl/onderzoek-zwaar-werk-in-de-schoonmaak-en-glazenwassersbranche/ text: sectoranalyse target: _blank) gemaakt door SPDI in opdracht van de RAS.

Schoonmaak is fysiek belastend werk. Duurzame inzetbaarheid is dan ook al jaren een belangtijk thema in de schoonmaakbranche. Duurzame inzetbaarheid betekent "de mate waarin medewerkers productief, gemotiveerd en gezond willen en kunnen blijven werken, binnen of buiten de organisatie. Kortweg samengevat: Samen werken aan een gezonde en plezierige toekomst", aldus de sociale partners FNV, CNV en Schoonmakend Nederland die samen de RAS vormen.

Fysieke en mentale eisen niet aankunnen

Het rapport beschrijft een flink aantal knelpunten op het gebied van duurzame inzetbaarheid in de schoonmaaksector. Op werknemer-niveau gaat het in grote lijnen over gezondheid, bekwaamheid en motivatie. Zo wordt er gesteld dat maar liefst 27 procent van de werknemers in de branche een "matige tot slechte gezondheid" heeft.

Volgens het rapport kan "twintig procent van de werknemers de fysieke eisen niet aan". En 13 procent van de werknemers kan de mentale eisen van het werk niet aan, door de hoge werkdruk en het voorkomen van ongewenst gedrag. De instroom in de WIA is in de schoonmaak meer dan twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde, wat volgens het rapport ook een risico vormt.

Ontevreden met het werk

Ook de motivatie van de schoonmaakmedewerkers vormt een knelpunt voor duurzame inzetbaarheid. Bijna een derde (32 procent) van de medewerkers is "zeer ontevreden" met het werk. En 22 procent is niet enthousiast over zijn of haar baan. Daarnaast heeft 29 procent van de werknemers een matige of slechte betrokkenheid bij de organisatie.

Bijna een derde van de medewerkers is zeer ontevreden met het werk.

Laaggeletterdheid, de lage bereidheid om nieuwe dingen te leren (39 procent), financiële zorgen, beperkte regelruimte worden ook genoemd.

Geen tijd en geld

Op organisatie-niveau worden in het rapport ook een aantal knelpunten beschreven. Zoals gebrek aan tijd en geld bij werkgevers om met duurzame inzetbaarheid aan de slag te gaan. Of het tekort aan breed inzetbare vakmensen. En: "De geringe aanspreekcultuur maakt dat het gesprek over duurzame inzetbaarheid tussen werkgever en medewerker nog onvoldoende plaatsvindt."

Over knelpunten op sector-niveau: "Door de grote diversiteit van de aard van de bedrijven is een generieke aanpak ontoereikend. De sector beschikt nog niet over voldoende infrastructuur om de regierol meer bij werknemers neer te kunnen leggen."

Download hier de volledige sectoranalyse.