Schoonmakend Nederland over RSO: "Voor dat geld kunnen wij het ook"

Voorzitter Piet Adema van Schoonmakend Nederland heeft gereageerd op de kostenvergelijking die accountantskantoor KPMG maakte over de Rijksschoonmaakorganisatie. In een met de nodige tamtam omgeven bericht: "Voor dat geld kunnen wij het ook."

De brancheorganisatie moest met lede ogen toekijken toen minister Lodewijk Ascher (PvdA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2015 besloot tot inbesteden van de rijksschoonmaak. Daar lag aan ten grondslag dat hij vond dat de arbeidsomstandigheden van schoonmakers beter moesten. In 2018 kwam de RSO tot stand. Negen schoonmaakbedrijven voerden een bodemprocedure tegen de Staat over het ontstaan van de Rijksschoonmaakorganisatie. Zij vonden dat het Rijk de schoonmaakmarkt verstoort. “Dat hoort een overheid niet te doen."

RSO kost belastingbetaler structureel miljoenen extra

Dat vindt schoonmakend Nederland eigenlijk nog steeds. Sterker nog, de brancheorganisatie wil de inbesteding stoppen. Volgens Adema zijn er geen steekhoudende argumenten meer aan te voeren voor deze inbesteding. "Onze branche borgt dezelfde maatschappelijke doelstellingen als RSO. Sterker nog, naast baanzekerheid en gezonde arbeidsomstandigheden bieden wij als branche meer perspectief voor medewerkers dan het Rijk. Binnen en buiten de sector. Daarbij staat de inbesteding haaks op een rijksoverheid die goedkoper, flexibeler en efficiënter moet gaan werken. De RSO vergroot de collectieve sector en vernietigt banen in de private sector. De RSO kost de belastingbetaler structureel vele miljoenen per jaar extra."

Onmisbare rol

Adema vervolgt: "Onze schoonmakers spelen een onmisbare rol in iedere fase van ons leven, zelfs in de meest kritieke. Dat heeft corona eens en te meer duidelijk gemaakt. Om van toegevoegde waarde te zijn én te blijven, moet de markt zijn werk kunnen blijven doen. Sinds de introductie van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag in 2011 heeft de branche grote stappen gezet. Er zijn inmiddels tal van goede voorbeelden van een uitstekende samenwerking in de keten tussen opdrachtgevers, opdrachtnemers en werknemers, zo laat ook de recente verkiezing van de Best Practice Award weer zien. Vandaag de dag is de schoonmaakbranche een volwassen branche die betekenisvol werk biedt aan een kleine 120.000 medewerkers. Een branche vol kansen en mogelijkheden."

RSO is zo'n 60 procent duurder

Adema ziet dan ook geen enkele reden meer voor het Rijk om inbesteding boven uitbesteding te verkiezen. "Al helemaal niet omdat inbesteding de belastingbetaler structureel vele miljoenen extra kost. De RSO is tot zo’n 60% duurder in vergelijking met de markt, zo hebben wij berekend." Hoe Adema tot deze berekening komt, wordt niet duidelijk. Hij vervolgt: "Dit terwijl een vrijwel budgetneutrale overname het doel was bij de inbesteding van de werkzaamheden. De kosten vallen onder meer fors hoger uit omdat in de businesscase totaal verkeerde aannames zijn gedaan. Het Rijk heeft jarenlang aanbesteed op de laagste prijs en kortlopende contracten. Dat ze nu bij inbesteding blijkbaar wél de portemonnee wil en kan trekken, is simpelweg niet eerlijk. Voor die prijs kunnen wij het ook. En – als specialist – ook beter."

Oproep betekent niet einde RSO

Adema denkt overigens niet dat zijn oproep het einde betekent van de RSO. "We roepen het Rijk op vooral uitbesteding aan de markt van professionele dienstverleners aan te moedigen. De schoonmaakbranche is cruciaal voor een gezonde, goed functionerende maatschappij. Het is een branche met bestaansrecht. Daar is iedereen, tot onze koning en demissionair premier aan toe, van doordrongen. Nu de kamer nog."