Schoonmaakbranche lanceert toolkit om ongewenst gedrag aan te pakken: 34 procent van schoonmakers wordt gediscrimineerd op werkvloer

34 procent van de ondervraagden in de schoonmaak geeft aan gediscrimineerd te worden op de werkvloer. Dat is de uitkomst van de enquête onder 292 schoonmaakmedewerkers naar discriminatie en ongewenst gedrag in de branche in opdracht van de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en glazenwassersbranche (RAS).

Aanleiding voor het onderzoek is de cao-afspraak tussen werkgevers en vakbonden om zich gezamenlijk in te spannen voor een gezonde en veilige werkplek voor medewerkers. Werkgeversorganisatie Schoonmakend Nederland en vakbond FNV zijn geschokt over de uitkomst. Rob Rommelse, directeur Schoonmakend Nederland: “Tegelijkertijd gaven de uitkomsten ons concrete handvatten voor de ontwikkeling van een toolkit om discriminatie en ongewenst gedrag op de werkvloer te erkennen, herkennen en bespreekbaar te maken.” “Ja, je schrikt er enorm van”, reageert Renate Bos, bestuurder bij vakbond FNV Schoonmaak. “Tegelijkertijd krijgen we ook vaker signalen bij de vakbond hierover, dus dan is het goed dat we het maar een keer uitgezocht hebben hoe groot het probleem eigenlijk is. Iets doen aan het probleem van discriminatie begint bij herkennen en erkennen dat er een probleem is.”

Toolkit en webinar

De genoemde toolkit is te vinden via ongewenstgedrag.elkedagweer.nl. De gaat over bijvoorbeeld over hoe je discriminatie herkent, waar de grens ligt bij ongewenst gedrag en wat je kunt doen bij ongewenst gedrag door een klant. De RAS houdt op donderdag 2 december 2021 van 9.00 tot 10.00 uur een voor werkgevers over discriminatie. Aanmelden kan hier.

Met grote regelmaat

De onderzoekers zijn overduidelijk in het rapport: Discriminatie komt met grote regelmaat voor in de schoonmaakbranche. Die 34 procent die wel eens gediscrimineerd is op de werkvloer zou nog wel eens het topje van de ijsberg kunnen zijn. De onderzoekers: “In de schoonmaakbranche is er, net als in andere branches, sprake van ondermelding.” In de enquête vroegen ze ook of medewerkers discriminatie bespreekbaar maken en zo ja, bij wie. Van alle respondenten die aangaven dat er discriminatie voorkomt binnen het bedrijf waar ze werken, maakt 64 procent het bespreekbaar, 31 procent bespreekt het niet en 5 procent meldt het bij een vertrouwenspersoon. Rommelse: “Alhoewel de vertrouwenspersonen het beeld hebben dat dit percentage in de praktijk hoger ligt, is dit een belangrijk punt om te benadrukken bij de voorlichting aan bedrijven en medewerkers.”


Campagne Elke dag weer

De genoemde toolkit is te vinden via ongewenstgedrag.elkedagweer.nl. Het literatuur- en expertonderzoek en de bijbehorende enquête onder schoonmaakmedewerkers naar discriminatie en ongewenst gedrag maken onderdeel uit van de campagne Elke dag Weer, waarmee Schoonmakend Nederland, FNV en CNV zich inspannen voor een gezonde en veilige werkplek. Onder veilig werken valt ook sociale veiligheid. Rommelse: “Ongewenst gedrag en discriminatie komen overal voor. Het gebeurt op verschillende manieren, op verschillende gronden en op verschillende niveaus en kan grote gevolgen hebben. Voor het slachtoffer, maar ook voor de sfeer in het team. Met de aanstelling van een vertrouwenspersoon op brancheniveau en de instelling van een klachtencommissie voor bedrijven die daar zelf niet in kunnen voorzien, hebben we de eerste stappen gezet om discriminatie en ongewenst gedrag te herkennen en bespreekbaar te maken. De uitkomsten van het onderzoek en de enquête zijn bepalend geweest voor de inhoud van een toolkit voor leidinggevenden en medewerkers. De toolkit bevat voorlichtingsmateriaal, instructievideo’s en webinars om ongewenst gedrag beter te herkennen, erkennen en bespreekbaar te maken.”

Download hier het onderzoek.

Afkomst, kleur en religie

In de enquête worden alle discriminatiegronden genoemd, constateren de onderzoekers. “Maar de meest voorkomende zijn afkomst, kleur en religie.” Even verderop in het rapport: “Ondanks dat we niet gevraagd hebben wie de daders zijn, kwam dit wel in de open vragen naar voren. De meest beschreven dat de daders leidinggevenden, de klant of medewerkers van de klant zijn. Dit zien we ook terugkomen in de meldingen bij vertrouwenspersonen.” Van de onderzochten is 34 procent zelf op het werk gediscrimineerd en 37 procent heeft iemand op de werkvloer gediscrimineerd zien worden. “We zien een duidelijk verschil tussen de antwoorden van schoonmakers of glazenwassers en leidinggevenden. Waar 35 procent van de schoonmakers of glazenwassers zegt dat er discriminatie voorkomt, is dit percentage bij leidinggevenden 49 procent.”


Uiteenlopende uitingsvormen?

Discriminatie komt voor in alle uitingsvormen, constateren de onderzoekers ook. Buitensluiten met 27 procent en negeren met 23 procent komen het meeste voor. Agressie of geweld (4 procent) wordt slechts door enkelen genoemd. Ook staat in het rapport dat er in 2019 33 meldingen over discriminatie zijn binnengekomen bij alle vertrouwenspersonen in de schoonmaakbranche. “Dat aantal blijft nagenoeg ieder jaar gelijk.”


Discriminatie herkennen blijft lastig

De onderzoekers concluderen ook dat er een kloof is tussen het denken discriminatie te herkennen op de werkvloer en het werkelijk herkennen. “Leidinggevenden zeggen discriminatie te kunnen herkennen (95 procent). Uit toetsing van de voorbeeldfilms in de enquête volgt een ander beeld. Meerdere discriminatiegronden en uitingsvormen worden door de helft van de leidinggevende respondenten niet herkend. Leeftijdsdiscriminatie geuit door intimidatie wordt maar door 20 procent van de leidinggevenden herkend.


Goede ontwikkelingen

Positief is dat de enquête laat zien dat medewerkers vinden dat het bedrijf waar ze werken goede maatregelen treft. “Een kwart van de leidinggevenden heeft een training gehad waarin discriminatie behandeld werd. Meerdere respondenten zouden graag een training over bestrijding van discriminatie volgen. Sommige schoonmaakbedrijven maken reeds gebruik van multiculturaliteit- en diversiteitstrainingen voor leidinggevenden en schoonmakers.” RAS biedt geen specifieke trainingen aan over discriminatie, maar er zijn wel trainingen voor leidinggevenden waarin het thema ter sprake komt.

Veel voorbeelden

Het rapport staat bomvol met voorbeelden van discriminatie. Hier een bloemlezing. “Sommige bedrijven waar ik werk zien mij als een dom en arm mens en zeggen dit ook tegen me.” Even later: “Als mensen je minderwaardig vinden omdat je een schoonmaakster bent, kun je daar niets aan veranderen. Het komt op grote schaal voor. Ik zit al 25 jaar in het vak en heb dit veelvuldig meegemaakt.” Het rapport maakt ook melding van een Marokkaanse vrouw die op locatie een kantine schoonmaakt. “Zij werkt alleen op de desbetreffende locatie en wordt gediscrimineerd door de werknemers aldaar. Eén man maakt structureel vervelende opmerkingen over haar geloof en neemt de rest van de groep mee.” Een ander voorbeeld gaat over een moslimman die moeite heeft met zijn leidinggevende. “Hij wilde niets van haar aannemen omdat zij een vrouw is.”

Bij wie maak je discriminatie bespreekbaar?

Vakbond krijgt vaker signalen

Rommelse, directeur bij Schoonmakend Nederland: “Dit is niet wat we als werkgevers willen. Je wilt een veilige en gezonde werkplek voor alle medewerkers. Als je dit rapport leest moeten we op dit punt, ondanks belangrijke stappen die we al samen met vakbonden hebben gezet, nog flink aan de bak.” Bos constateert dat veel van de problemen uit de aanwezigheid van heel veel culturen in de schoonmaaksector ontstaan. “Die moeten er allemaal met hun eigen essentie mogen zijn binnen onze schoonmaakbedrijven.” Rommelse: “We zijn ook trots dat er meer dan 170 nationaliteiten zijn vertegenwoordigd in onze branche, maar dan moeten we wel ervoor zorgen dat alle medewerkers het gevoel hebben erbij te horen.”

Bespreekbaar maken

Rommelse constateert dat leidinggevenden in de schoonmaakbranche een stap kunnen zetten. “Vijftig procent van de leidinggevenden ziet dat discriminatie voorkomt. Zij moeten het ook bespreekbaar kunnen maken en de ruimte geven aan medewerkers om het te melden. Is het niet bij hen, dan wel bij HR of de vertrouwenspersoon. Creëer een cultuur waarin medewerkers die melding wel kunnen doen. Dat het gewoon wordt om dit te bespreken. Ga het gesprek aan. Als je dat gesprek nog wat lastig vindt, dan zijn er video’s op basis waarvan je het gesprek wel aan kunt gaan.” Bos wijst er ook op dat leidinggevenden discrimineren. “Precies degene die die veilige cultuur moet gaan realiseren”, klinkt het bezorgd. “Ook maak ik me zorgen over klassediscriminatie waarbij schoonmakers nog steeds, ondanks dat het onderwerp volop in beeld is geweest, geen respect krijgen van een opdrachtgever. Terwijl de schoonmaker toch degene is die bijvoorbeeld jou op kantoor een prettige werkplek geeft.”

Je wilt een veilige en gezonde werkplek voor alle medewerkers

Rommelse vult aan: “Ook tussen medewerkers zelf wordt gediscrimineerd op dezelfde gronden zoals in de enquête benoemd. Soms buiten het gezichtsveld van de leidinggevende. Daarom zetten we in op de normen en waarden van onze branche om daarin veilig te kunnen werken. Het is en blijft daarom van belang om dit thema bespreekbaar te maken én te houden.”

Handelingsverlegenheid

Uit de enquête blijkt dat 31 procent van de schoonmakers discriminatie niet bespreekbaar maakt. Bos: “Ik vind dat veel. Helemaal vervelend is dat ze zeggen dat er toch niets met hun melding gebeurt. Dat er niets mee gebeurt, komt vaak door handelingsverlegenheid. Bijvoorbeeld een leidinggevende die niet weet wat hij of zij met zo’n melding moet.” Rommelse: “31 procent is veel. Tegelijkertijd maakt 69 procent wel melding. Maar natuurlijk moet ieder incident gemeld worden. Dat zeg ik terwijl ik weet dat we het systeem alleen kunnen laten werken als we bij leidinggevenden of vertrouwenspersonen wel meldingen binnenkrijgen. Met de toolkit geven we leidinggevenden en schoonmakers gereedschappen in handen om het gesprek over dit onderwerp te kunnen aangaan. Daarnaast wil ik graag het bestaan van vertrouwenspersonen beter onder de aandacht brengen. Ook daar is een wereld te winnen.” Bos constateert tot slot dat er een onderstroom in de conclusies van het rapport zit. “Schoonmakers wisselen iedere drie tot vijf jaar van werkgever door de vermaledijde contractwisselingen. Vertrouwen, binding en communicatie hebben daaronder te lijden.”

Waarheidsgetrouwe weergave?

In opdracht van RAS deden Bureau02 en Design Story literatuuronderzoek, expertonderzoek en lieten ze een digitale vragenlijst onder vakbonden en bedrijven rondgaan. 292 schoonmakers vulden de enquête in. Op een populatie van 125.000 heeft dit onderzoek een foutmarge van iets boven de vijf procent. De onderzoekers plaatsen een kanttekening. “73 procent van de respondenten heeft een Nederlandse achtergrond, wat niet overeenkomt met de praktijk. Op de vraag of de respondenten discriminatie op de werkvloer ziet of zelf meemaakt, zegt 33 procent van de Nederlandse respondenten en 52 procent van de niet-Nederlandse respondenten ‘ja’.”

Ellen Dekkers, directeur van de RAS: “Er is in Nederland nog maar weinig onderzoek gedaan naar discriminatie op de werkvloer. Dat een branche uit eigen beweging onderzoek laat doen naar een gevoelig onderwerp als discriminatie, is sowieso zeldzaam. Alleen daarom al is ons onderzoek waardevol. Het geeft een opening om in gesprek te gaan over hoe we binnen onze branche met discriminatie willen omgaan en biedt inzichten om hulpmiddelen te ontwikkelen om discriminatie aan te pakken. Deze hulpmiddelen stellen we beschikbaar als onderdeel van Elke dag weer, onze bewustwordingscampagne over veilig en gezond werken die sinds eind 2020 loopt.” Zie voor meer informatie elkedagweer.nl.

Creëer een cultuur waarin medewerkers die melding wel kunnen doen.