Meta Boelens: 'Betrek schoonmakers bij facilitaire taken in zorginstelling'

Meta Boelens: 'Betrek schoonmakers bij facilitaire taken in zorginstelling'

"Veel zorginstellingen zijn traditioneel georganiseerd. We moeten breder denken om verder te komen in de toekomst." Meta Boelens, sectormanager bij CSU, bestudeert en analyseert de Nederlandse zorgsector en spreekt met veel zorginstellingen, zowel klanten als niet-klanten van CSU. In gesprek met Interclean spreekt Boelens over de uitdagingen en ontwikkelingen waar schoonmaakdienstverleners in de zorg mee te maken krijgen.

Hoewel het tekort aan arbeidskrachten een grote rol speelt in de huidige zorgsector, is dit volgens Boelens niet de grootste uitdaging. "De grootste uitdaging voor CSU als schoonmaakdienstverlener zit hem in de manier van werken binnen zorginstellingen. Ik denk dat schoonmakers een substantiële rol kunnen spelen in de efficiëntie van het zorgproces, naast het belang van hygiëne zelf. Ik vind dat schoonmakers onderdeel moeten worden van het zorgteam binnen deze instellingen. Dit zorgt voor betere communicatie met meer persoonlijk begrip en meer samenwerking. Maar het is heel moeilijk om alle stakeholders binnen de zorg mee te krijgen in dat verhaal." Boelens voegt daaraan toe dat stakeholders vastzitten in hun eigen interne structuur.

De dialoog aangaan

Niet alle zorgorganisaties hebben weerstand tegen deze nieuwe manier van werken. Steeds meer zorginstellingen willen de dialoog aangaan met schoonmaakdienstverleners. De eerste stapjes die nu al mogelijk zijn, zouden volgens Boelens moeten bestaan ​​uit schoonmakers die niet-patiëntgebonden taken uitvoeren als onderdeel van hun werk. "Als je kijkt naar zorgondersteuners of woonzorgbegeleiders, dan omvatten hun taken ook veel logistieke en facilitaire processen. Bijvoorbeeld het brengen van bloedmonsters naar het lab, het organiseren van de was of het aanvullen van handdoeken. Maar ook als een patiënt de kamer verlaat en de kamer moet worden schoongemaakt of het bed moet worden verschoond. Dat soort taken, die niet direct met de patiënt te maken hebben, zouden door de schoonmaker gedaan kunnen worden."

Integrale inzet

“Het uiteindelijke doel zou zijn dat wij als schoonmaakdienstverlener substantieel bijdragen aan een efficiënter zorgproces", zegt Boelens. "Dat wij als externe partij niet alleen de externe partij zijn, maar dat de schoonmakers betrokken zijn bij de zorg voor patiënten. Onze schoonmakers kunnen een enorme meerwaarde hebben in het zorgproces. Als ik denk aan alle kwaliteiten die ze hebben, denk ik: laten we ze gebruiken!" De behoefte om meegenomen te worden in het zorgproces is er ook vanuit de schoonmakers. "Vaak worden schoonmakers ingezet op de geplande schoonmaak en de niet-planbare schoonmaak is vaak binnen de zorginstelling. Hierdoor zijn de schoonmakers het contact met de instelling volledig kwijt." In sommige ziekenhuizen ziet Boelens de betrokkenheid wel gebeuren: "Bij sommige zorginstellingen maken bijvoorbeeld de schoonmakers aan het begin van de dag deel uit van het personeelsoverleg. De schoonmakers dit soort taken geven is efficiënter, omdat de focus van een facilitaire dienstverlener al ligt op hygiëne, schoonmaak, logistiek en facilitaire processen. De verpleegkundige doet nu allerlei extra taken die niet direct aansluiten bij waarvoor ze zijn opgeleid."

Digitalisering

Een trend die Boelens vaak ziet is de intrede van technologie in het werk. "Tijdens de schoonmaak kunnen ze gegevens verzamelen. Zo zien ze tijdens het schoonmaken dat er een lamp kapot is. Dit melden ze dan in het systeem op een meegebrachte smartphone." CSU werkt momenteel aan een concept rondom dataverzameling tijdens de schoonmaak. "Het werkt zo: een schoonmaakmedewerker maakt routinematig schoon in kamers. Deze persoon krijgt een bericht op zijn telefoon dat een patiënt een kamer heeft verlaten en het bed kan worden schoongemaakt", legt Boelens daarover uit. Op dit moment voert CSU een pilot uit met deze nieuwe manier van werken.