Kosten Rijksschoonmaakorganisatie voor 2021 20 procent hoger dan de businesscase

Kosten Rijksschoonmaakorganisatie voor 2021 20 procent hoger dan de businesscase

Bij oprichting van de Rijksschoonmaakorganisatie heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een businesscase gemaakt. Accountants- en adviesorganisatie KPMG voerde onlangs een vergelijking uit tussen de huidige kosten en de businesscase uit 2014. Daaruit blijkt dat de begrote kosten voor 2021 9,4 miljoen (20 procent) hoger zijn.

Eind 2020 is de transitieperiode van aansluiting van opdrachtgevers volgens planning afgerond, constateert Wouter Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in een brief waarmee hij het rapport van KPMG aanbiedt aan de Tweede Kamer. “Inmiddels verzorgt de RSO de reguliere kantoorschoonmaak op 575 locaties in het hele land voor 23 opdrachtgevers. Dat doet zij met 1.600 schoonmaakmedewerkers in vaste dienst. Bijlage 1 geeft een overzicht van de ontwikkeling van het verzorgingsgebied en het aantal betrokken medewerkers. Specialistische werkzaamheden, zoals glasbewassing, keuken- en vloerenreiniging, voeren marktpartijen uit onder regie van de RSO.”

Verschillende afspraken over dienstverlening

Koolmees vervolgt in zijn brief: "Sinds 2016 verzorgt de RSO het schoonmaken van rijkslocaties vanaf het moment dat de marktcontracten met schoonmaakbedrijven waren afgelopen. Doordat deze contracten ongewijzigd zijn overgenomen, waren er met de opdrachtgevers verschillende afspraken over de dienstverlening. Er was sprake van diversiteit aan schoonmaakfrequentie en -eisen, prestatienormen en prijzen. Vanaf 2021 hanteert de RSO een gestandaardiseerd dienstverleningspakket met uniforme prestatienormen en tarieven. Komende jaren wordt gewerkt aan verdere ontwikkeling van de dienstverlening en de interne organisatie.”


Schoonmakers nog betaald volgens cao-schoonmaak

De structurele inpassing van schoonmaakmedewerkers in het functie- en loongebouw Rijk heeft vertraging opgelopen, constateert de minister ook. “Het maken van afspraken hierover is niet gerealiseerd voor de einddatum van de overeenkomst van 31 december 2020. Dit traject wordt dit jaar voortgezet als onderdeel van de Cao-onderhandeling Rijk, met als uitgangspunt dat de inpassing per 1 januari 2022 plaatsvindt.” 85% van de medewerkers is geschoold in schoonmaak, laat de minister weten. “(Nieuwe) medewerkers die dat nog niet zijn, worden nog opgeleid. Naast vakopleiding wordt medewerkers bijvoorbeeld ook taaltraining Nederlands aangeboden.”

Schoonmaak tijdens kantooruren

Leidend in de dienstverlening van de RSO is schoonmaak tijdens kantooruren. Koolmees: “Voorheen gebeurde dat vaak buiten kantoortijden. Dagschoonmaak draagt bij aan zichtbaarheid, stimuleert interactie met andere medewerkers, geeft het gevoel erbij te horen en betekent minder belastende arbeidsomstandigheden.”

Schoonmakers geven RSO 8,6

In de laatste meting van 2019 waardeerden medewerkers de Rijksschoonmaakorganisatie met een tevredenheidscijfer van 8,6, constateert Koolmees. “Zij zijn trots op hun werk, doen dit bevlogen, met plezier, in goede onderlinge samenwerking en voelen zich betrokken. De RSO geeft invulling aan goed werkgeverschap door vakmanschap centraal te stellen, opleidingsmogelijkheden te bieden, het aantal contracturen per medewerker waar mogelijk te verruimen en te kiezen voor schoonmaak overdag. Ook geeft de organisatie actief invulling aan de doelstellingen van de banenafspraak.”


Verschillen tussen begroting en businesscase

KPMG voerde een analyse uit op de verschillen tussen de begroting voor 2021 en de businesscase van de RSO uit 2014. Het accountantskantoor stelt vast dat de begrote kosten voor 2021 9,4 miljoen (20 procent) hoger zijn ten opzichte van de te verwachten kosten van 47 miljoen op basis van de businesscase. Dat komt volgens KPMG door de volgende zaken:

• De werkelijke frequentie van schoonmaken ligt hoger dan de oorspronkelijke aanname, namelijk iedere ruimte gemiddeld één keer per werkdag in plaats van één keer per twee dagen. Bij het opstellen van de businesscase werd uitgegaan van een schoonmaakareaal dat in volume (aantal m2) en samenstelling (verhouding kantoorruimte versus overige ruimten) sterk afwijkt van de huidige praktijk. De businesscase ging uit van bijvoorbeeld meer opslagruimten die een lagere schoonmaakintensiteit behoeven.

• De businesscase rekent met 1.425 productieve uren per fulltime equivalent (fte) op jaarbasis. Het begrote aantal uren voor 2021 bedraagt 1.393. In vergelijking met de businesscase zijn hierdoor meer schoonmakers nodig voor dezelfde hoeveelheid werk. Met meer schoonmaakmedewerkers zijn vervolgens ook de kosten voor de staf en ondersteunende diensten hoger. Daarnaast zijn de kosten voor kantoorautomatisering hoger door de digitale aansluiting van de schoonmaakmedewerkers. “Bij het opstellen van de oorspronkelijke businesscase was van dit project nog geen sprake”, aldus KPMG.

Meer werk dan voorzien

De kostenontwikkeling van de RSO houdt, zo concludeert KPMG, derhalve primair verband met het inzetten van meer medewerkers door een volume-effect (meer werk dan voorzien) en een productiviteitseffect (minder productieve uren dan aangenomen). “Eerdergenoemde medewerkersontwikkeling en werkdrukbeheersing in het kader van de maatschappelijke doelstellingen brengen in de praktijk een lagere productiviteitsnorm en hiermee minder productieve uren met zich mee dan voorzien.”

Onvolkomendheden in financieel beheer

In de brief komen ook “onvolkomenheden in het financieel beheer” van de RSO aan bod. De Auditdienst Rijk concludeert wel dat de RSO verbeteringen heeft gerealiseerd. “Zo zijn het ontvangstenbeheer en het afgeven van prestatieverklaringen verbeterd. De RSO heeft extra menskracht aangetrokken om de financiële functie te versterken. Ook heeft de RSO procesbeschrijvingen vastgelegd in een handboek administratieve organisatie en interne beheersing en prioriteit gegeven aan de ondertekening van de dienstverleningsovereenkomsten.”

Lees hier de brief van de minister na.
Download hier de kostenvergelijking van KPMG

Lees meer over