Hoe belangrijk is de heilige koe voor schoonmaakbedrijven? Voor welk soort bestelwagens kiezen ze? En waar moet je op letten als je als schoonmaakondernemer een nieuw voertuig wilt aanschaffen? Drie schoonmaakondernemer over hun keuzes.
Rinus Willems is directeur van SMB Willems uit Arnhem. Zijn schoonmaakbedrijf gaat vooral voor Peugeot. “Dat is eigenlijk zo gegroeid. Jaren terug, toen we begonnen als schoonmaakbedrijf, heb ik aangeklopt bij een bevriende relatie die een garagebedrijf heeft. Ik kocht bij hem een Peugeot Partner-bestelbus en mocht in ruil daarvoor bij hem schoonmaken. Sindsdien is het wagenpark alleen maar gegroeid. We hebben Bippers, de eerdergenoemde Partners en Boxers. Al met al ruim vijftig bedrijfswagens. De Bippers zijn wat kleiner en hebben minder vermogen. Daar kun je geen imperiaal of trekhaak op kwijt, terwijl dat wel weer kan bij het model Partner. Die laatste laten we ook aan de binnenkant betimmeren.”
Kijk naar de functie van de bestelwagen
Willems raadt aan sterk naar de functie van de bestelwagen te kijken. “Je kunt natuurlijk twee stoelen voorin plaatsen, maar als je met meerdere collega’s naar een klus moet, is het handiger om een bank voorin te hebben. Zodat je met zijn drieën op pad kunt.” Speciaal voor een nieuwe opdracht bij Accres waar het schoonmaakbedrijf 1 september is gestart, schafte het een Boxer-bakwagen aan. “Met een lift waarmee we zo’n beetje alles kunnen vervoeren. Daarmee moeten we onder meer een schrobzuigmachine van 600 kilo vervoeren. Met water komt het wellicht uit op zo’n 760 kilo. Dan moet je er dus voor zorgen dat die lift dat aankan en niet voor de goedkoopste optie gaan.”

Rinus Willems: ‘Kijk goed naar de functie van je bedrijfswagen… Wij passen ons vervoer aan op de klus”
Welke bestelwagens kunnen nog langer mee?
Na vijf jaar kijkt Willems welke bestelwagens nog meekunnen. “We laten de wagens altijd goed onderhouden, maar na vijf jaar kijken we naar het kilometrage. Kan de wagen nog een jaartje mee of niet?” SMB Willems leaset de voertuigen niet. “We zijn in de gelukkige omstandigheid dat we de bedrijfswagens zelf kunnen kopen. Een leasemaatschappij wil zelf ook geld verdienen. We hebben het sommetje van kopen versus leasen wel eens gemaakt. Daar kwam kopen als goedkoper uit. De laatste keer hebben we van de zes auto’s die we kochten, er twee gefinancierd met een lening tegen nul procent rente. Omdat dat handiger voor ons bedrijf was.”
Eens per week de bedrijfswagens nakijken
Elke week worden de bestelwagens nagekeken. “Dat gebeurt tijdens het kantoormoment. Daarbij vullen we de wagen met materialen en middelen. Rayonmanagers kijken dan ook de wagens na. Op deuken en krassen bijvoorbeeld, maar ook of de auto schoon is. Want je kunt als schoonmaakbedrijf niet aankomen met een smerige auto. Het gebeurt nog wel eens dat medewerkers een paaltje raken. Kan gebeuren. Als je veel op de weg zit, maak je ook meer mee.” Het belangrijkste van de wagens is dat ze functioneel en rendabel moeten zijn, stelt Willems. “Je kunt niet met een luxe auto naar een trappenhuis. Dan moet je een bestelbus hebben die je kunt vullen. Met bezems, stoffers en blik en ruimte om afval af te vervoeren. We passen ons vervoer aan op de klus.”
Je kunt als schoonmaakbedrijf niet aankomen met een smerige auto
Testen met elektrische voertuigen
De wagens die SMB Willems gebruikt zijn voorzien van een voertuigenvolgsysteem. “Niet om personeel te controleren, maar juist om efficiënt te plannen en we krijgen af en toe spoedopdrachten. Daar kunnen we dan de dichtstbijzijnde collega naartoe sturen.” Als laatste de vraag aan Willems of hij elektrisch rijden ziet zitten. “Ik ben zeer geïnteresseerd in elektrische bedrijfswagens, maar ze zijn in aanschaf heel duur en de actieradius is nog te klein. Maar dat neemt niet weg dat we zeker met elektrische voertuigen gaan testen.”
Juist niet met de auto gaan
Jan Kes is commercieel manager bij Succes Schoonmaak uit Volendam. Tientallen bedrijfswagens, vooral van het merk Opel, rijden dag in, dag uit naar de diverse locaties van opdrachtgevers. “Maar we stimuleren zoveel mogelijk om juist niet met de auto te gaan. Vooral in dichtbevolkte gebieden zoals Amsterdam wordt de diesel in de ban gedaan en rijden we met elektrische scooters of met de fiets. We kennen ook een soort elektrische golfkarretjes op de campussen waar we schoonmaken. En voor gebruik in Volendam zijn we aan het kijken naar een elektrische bakfiets. Voor leidinggevenden zoals rayonleiders is het lastiger om met dergelijke vervoersmiddelen te rijden, maar ook daar evalueren we, vanwege de milieu-impact, of het aantal kilometers naar beneden kan. Wellicht kunnen we bijvoorbeeld met zijn tweeën een wisselauto gebruiken? En: heeft een collega eigenlijk wel doorlopend een auto nodig?”

Jan Kes: “We stimuleren zoveel mogelijk om juist niet met de auto te gaan”
Gunnen en gegund krijgen
Succes Schoonmaak heeft onder andere Combo’s van Opel rondrijden, naar ook Vivaro’s voor “als er meer materieel mee moet.” Voor bijvoorbeeld de glasbewassing of voor andere specialistische reiniging. “Voor het stafpersoneel hebben we personenauto’s en we hebben een vrachtwagen voor het vervoeren van grote of zware machines. Waarom we gekozen hebben voor Opel? Dat komt mede door onze relatie met handbalvereniging KRAS/Volendam, waar ook onze Opeldealer een sponsorrelatie mee heeft. Daar hebben we onze vraag voor het wagenpark uitgezet. De dealer kwam met een goede aanbieding en wij zitten nu eenmaal in een regio van gunnen en gegund krijgen.” Met een garage dichtbij in de buurt, kijkt het schoonmaakbedrijf nu weer naar de toekomst. “We wilden in het verleden voertuigen met zo min mogelijk onderhoud. Nu kijken we ook naar elektrisch en hybride rijden. Komt dat uit met de kilometers die we maken? Zijn er genoeg laadpalen? Hoe lang gaan accu’s mee?”
Bijvoorbeeld gemeenten zetten elektrisch vervoer als eis in hun schoonmaakaanbestedingen. In die zin heeft het wel een meerwaarde
Het schoonmaakbedrijf heeft nog geen definitieve keuze voor elektrisch rijden gemaakt. “Er is nog volop twijfel. Los van de vragen rond actieradius en het opladen, kan het financieel een mogelijk risico zijn als we nu vol in elektrische voertuigen stappen die over twee à drie jaar nog maar weinig waard blijken te zijn. Daar tegenover staat een toenemende vraag vanuit klanten en de maatschappij. Bijvoorbeeld gemeenten zetten elektrisch vervoer als eis in hun schoonmaakaanbestedingen. In die zin heeft het wel een meerwaarde. Maar dat uithangbord moet niet ten koste gaan van de schoonmaakdienstverlening. Als je er bij je schoonmaaktaken gewoonweg niet mee uit de voeten kunt, ben je nog nergens. Kortom, onze vraag is wat elektrisch rijden doet met onze operationele processen.” Het wagenpark van Succes Schoonmaak is al wel geleidelijk meer overgegaan op benzine. “Diesel krijgt de Zwarte Piet toebedeeld. Of je het er nu mee eens bent of niet, de huidige milieuontwikkelingen en voorkeuren van klanten, overheid en maatschappij beïnvloeden het bedrijfsproces. Want je mag bijvoorbeeld met een diesel diverse binnensteden niet meer in.”
Schade binnen een dag melden
Hoe gaan Kes en zijn collega’s om met het rijden van schade? “We verwachten van medewerkers dat ze eventuele schades direct melden. Meld je deze niet binnen een dag, dan is deze voor jezelf. We rijden heel veel kilometers en dan is een ongelukje zo gemaakt. Dat kan gebeuren. Maar mocht het te vaak gebeuren, dan gaan we wel het gesprek aan. Het kan ook zijn dat daaruit blijkt dat iemand niet lekker in zijn vel zit. Bij problemen onderweg kan door onze chauffeurs een beroep worden gedaan op de Opel Pechhulp, maar wij zijn met ons gehele wagenpark tevens aangesloten bij de ANWB.”
Bij het hoofdkantoor van Succes Schoonmaak in Volendam zit een wasstraat. “We stimuleren onze collega’s om hun wagens daar regelmatig op onze kosten te laten wassen. Want een vervuilde bedrijfsauto kan echt niet. De auto is immers het visitekaartje van het schoonmaakbedrijf. Het moet er fris en fruitig uitzien.” Ook Succes Schoonmaak schrijft zijn wagens af in vijf jaar. “Een optie daarna is dat we bij vervanging nog meer op Opel overgaan. Zodat wagens uit te ruilen zijn en het makkelijker is om een andere auto even mee te nemen.”

Michel Visser: “De wagens zijn de rijdende kantoren van onze collega’s”
Verhouding prijs versus kwaliteit was goed
Als laatste spreken we Michel Visser van Cristal Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten, een schoonmaakbedrijf uit Haarlem met ongeveer vijftien medewerkers. Opdrachtgevers zijn onder andere VVE’s, kantoren, scholen en woningbouwverenigingen. Het bedrijf kent een wagenpark van vier bedrijfswagen, ook allemaal van Peugeot. “Die hebben allemaal het model Partner. Waarom we daarvoor hebben gekozen? Heel simpel. De verhouding prijs versus kwaliteit was goed, ze zijn niet al te groot en niet te klein en je kunt ze heel praktisch inrichten met houten betimmering. We werken met vloeistoffen. Dan is het wel goed dat je in je bestelbus een laadvloer hebt, zodat je niet meteen knoeit op het ijzer.” De bestelwagens nemen stofzuigers, mopemmers en schoonmaakmiddelen mee. “Mocht het nodig zijn, dan kunnen we zelfs een schrobmachine meenemen, maar dat gebeurt alleen als we die echt nodig hebben. Dan vervoeren we die vanuit het pakhuis waar we deze stallen.”
Niet overdreven luxe
Visser vindt de uitstraling van de bedrijfswagens belangrijk. “De wagens moeten niet overdreven luxe zijn, want daar zetten opdrachtgevers vraagtekens bij. Dus kiezen we voor wagens die degelijk en functioneel zijn. Geen overdreven sportwagens. Maar ik vind wel dat de wagens binnen goede stoelen en airco moeten hebben. Het zijn immers de rijdende kantoren van onze collega’s. Ik zou het ook niet leuk vinden als ik een slecht geventileerde werkplek heb.” De bedrijfswagens van Cristal Schoonmaak rijden op diesel, maar Visser is ook geïnteresseerd in elektrisch vervoer. “Maar dat staat nog in de kinderschoenen. Zoveel elektrische bedrijfswagens zijn er ook nog niet. Maar als we aan nieuwe wagens toe zijn, hoop ik dat het een betaalbaar alternatief is. De marges liggen in de schoonmaak nu eenmaal niet hoog. Dus moet elektrisch rijden zowel in aanschaf als gebruik iets toevoegen.”
De wagens moeten niet overdreven luxe zijn, want daar zetten opdrachtgevers vraagtekens bij
Een zekere bedrijfswagen
Ook Visser schrijft de bestelwagens in vier tot zes jaar af. “Dan beginnen ook de motoren wat terug te lopen in prestatie.” Hij heeft alle auto’s allrisk verzekerd. “Dat hebben we bewust gedaan. Als je grote schade hebt aan een auto, wil je door met je dienstverlening en dus ook vervangend vervoer ter beschikking hebben.” Medewerkers zijn specifiek aan een bedrijfswagen toegewezen. “Zo krijg je meer het idee dat het jouw auto is. En ben je er ook zuiniger op, denk ik. Mijn collega’s bepalen ook zelf wanneer ze de auto’s door de wasstraat halen. Daar hebben ze een pas voor waar een tegoed op staat. Ook dat hoort bij de verantwoordelijkheid die ik ze meegeef.” Tot slot geeft Visser een samenvatting van waar hij op let bij de aanschaf van bedrijfswagens: “Ik zoek een zekere bedrijfsauto, waar we onze spullen in kwijt kunnen en één die niet al te slecht is voor het milieu. Als een bedrijfswagen daaraan voldoet, ben ik tevreden.”
Volg Service Management op LinkedIn
Geef een reactie