Soms krijgen we zo’n mailtje in onze redactiebox… Hoe we het in ons hoofd halen om aan schoonmaakbedrijf X aandacht te besteden, omdat deze zo ongeveer alle regels aan zijn laars lapt die er bestaan. Dat was recent ook het geval.
We hadden een ondernemersprofiel gemaakt voor onze rubriek De Baas. Daarin schetst een ondernemer hoe hij in de wedstrijd zit, hoe hij groot is geworden en waar hij mee worstelt. Eigenlijk om te laten zien aan al die prachtige schoonmaakondernemers die Nederland rijk is dat er meer mensen rondlopen zoals zij. Gemotiveerd, met de poten in de modder, dealend met alle moeilijkheden die het mooie schoonmaakvak hen aandraagt. We maken en publiceren die portretten met erg veel plezier. Er straalt namelijk energie van uit.
Niet prat op gaan
Terug naar de betreffende e-mail. Het schoonmaakbedrijf dat we hadden geïnterviewd, zou zijn medewerkers misbruiken door ze telkens van opdrachtgever a naar b en c door te sturen. “Het verplaatsen levert meer reistijd op en dat moet volgens de cao worden betaald. En dat gebeurt dus niet. Dan ben je het niet waardig om een goed bedrijf te heten. En kun je er zeker niet prat op gaan dat je er voor je medewerkers bent.”
Als eerste ben ik blij dat dergelijke signalen de redactie bereiken. Ze zijn vrijwel altijd een mogelijkheid om, bijvoorbeeld middels deze column, misstanden in de schoonmaaksector aan de kaak te stellen. Dit soort klachten zijn ook niet nieuw. Wie op onze site over de klachten die binnen zijn gekomen bij de code verantwoordelijk marktgedrag leest, weet dat er nog een wereld te verbeteren valt.
Kinnesinne
Wat moeilijker voor ons is, is om dit soort situaties te voorkomen. De e-mailer vond dat we geen aandacht aan het schoonmaakbedrijf hadden moeten geven. Maar het lastige is dat wij geen politie-eenheid of een leger aan accountants en onderzoekers in dienst hebben om op voorhand te bezien of een schoonmaakbedrijf zich aan de regels houdt. We kunnen het, bij wijze van spreken, ook niet aan de neus van de ondernemer zelf zien.
Desondanks kan ik wel wat met het signaal. Via deze column, maar ook door de melder te verwijzen naar de code verantwoordelijk marktgedrag en naar brancheverenigingen. Ik hoop daarbij wel dat de melding niet is gedaan om de concurrentie eens even lekker dwars te zitten. Want dat merk ik soms ook. Meldingen die gedaan worden onder het motto ‘mijn buurman deugt niet’, maar eigenlijk in feite tekenen
van kinnesinne zijn.
Dat neemt niet weg dat ik met dit signaal heel blij was. Ik vind ook dat wij als Service Management een plicht hebben om misstanden te blijven melden. Van roepen dat alles rooskleurig is, is nog nooit iemand beter geworden.
Ronald Bruins, hoofdredacteur Service Management (ronaldbruins@vakmedianet.nl)