Schoonmakend Nederland: "Corona bepalend voor cao-schoonmaak"

Schoonmakend Nederland: "Corona bepalend voor cao-schoonmaak"

De cao van de schoonmaaksector loopt af in juni 2021. Reden voor de werkgevers (Schoonmakend Nederland, voorheen OSB) en de werknemers (vertegenwoordigd door FNV en CNV) om weer aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. Om te stemming te peilen, interviewt Service Management de drie partijen. Als tweede Schoonmakend Nederland. Hier lees je het interview met CNV Vakmensen terug.Volg Service Management op LinkedIn:

“De schoonmaakbedrijven worden over het algemeen hard geraakt. Dat geldt voor de kantorenschoonmaak, maar als je in sectoren zoals de hotelschoonmaak of de horeca zit, dan zijn het echt barre tijden. Corona is bepalend voor de schoonmaaksector en daarmee ook voor de cao-schoonmaak”, stelt Rob Rommelse, directeur van Schoonmakend Nederland.

Stapsgewijs met 7,5 procent

In de huidige cao zijn de lonen in 2,5 jaar tijd stapsgewijs omhooggegaan met 7,5 procent. Met 3 procent in 2019, 3 procent in 2020 en 1,5 procent in 2021 (voor dat halve jaar). Ook kwam er een hogere pensioenpremie, een verhoging van de eindejaarsuitkering van 0,35 en 1 procent en een extra vrije dag. Daarnaast kwam er meer aandacht voor de scholing van leidinggevenden, waarmee zij zich verder kunnen bekwamen in hun managementvaardigheden. Dat naar aanleiding van onderzoek waarin werd gesteld dat die in de schoonmaak nog wel eens te directief leiding wordt gegeven.

Rommelse: “Aandacht voor ‘het goede gesprek’, duurzame inzetbaarheid en veilig kunnen werken heeft inhoud gekregen.” Deze cao-schoonmaak geldt tot en met juni. “We streven er met onze partners naar om de nieuwe afspraken vóór het aflopen van de huidige cao rond te hebben.”

Aan het begin van het cao-proces

“We zitten aan het begin van het cao-proces dat voor ons uit twee delen bestaat”, legt Rommelse uit. “Het eerste is het vormen van onze onderhandelingsdelegatie en het bedenken hoe we onze achterban kunnen betrekken en informeren voor en tijdens het proces. Dat willen we doen met specialisten, bijvoorbeeld uit glasbewassing en reconditionering, maar ook met vertegenwoordigers vanuit landelijke bedrijven en mkb. Daarbij kijken we nadrukkelijk naar wat goed is voor de hele branche.Dat is onze verantwoordelijkheid als branchevertegenwoordiger.”

Als tweede noemt Rommelse het ophalen en bepalen van de inzet voor de komende onderhandelingen. “Wat leeft er onder de schoonmaakbedrijven? Wat willen zij dat wij te berde brengen aan de onderhandelingstafel? We hebben daarvoor ook een enquête uitstaan onder onze schoonmaakbedrijven.”

Cao-onderhandelingen zelf in maart, april en mei

Vergaderingen voor de cao-onderhandelingen vinden vanaf eind maart, april en mei plaats op diverse plekken in het land. Rommelse: “Van Noord tot Zuid, van Oost tot West.” De directeur verwacht constructieve gesprekken. “De tijd van stakingen is alweer twee cao’s geleden.De inzet is dat we er met de sociale partners uitkomen en samenwerken. We zijn allebei gebaat bij een gezonde sector. Wat helpt is dat we de afgelopen keer voor de afspraken een inleiding bij de cao hebben geschreven die gaat over onze gezamenlijke visie op de sector. Als je weet hoe je gezamenlijk kijkt naar de toekomst van de schoonmaak, dan weet je ook waar je de afspraken aan moet toetsen. De daadwerkelijke cao-artikelen zijn dan het sluitstuk daarvan.”

Knetteren aan onderhandelingstafel

Dat wil niet zeggen dat het niet kan knetteren aan de onderhandelingstafel. “Er wordt echt wel inhoudelijk flink onderhandeld, maar wel altijd in een constructieve sfeer. Hard op de inhoud, zacht op de relatie.” Dat komt ook door de branchetafel die is opgericht waarin de drie partijen vaker contact hebben. “Daarnaast werken we in vele projecten nauwgezet samen. Ook dat maakt dat je elkaar makkelijker weet te vinden, zoals recentelijk bij het uitwerken van de regeling vervroegd uittreden.”

>> Leestip: Projecten CAO-schoonmaak: subsidies voor goed gesprek en gezond pensioen halen

Barre tijden voor de hotelschoonmaak

Dan naar de actuele situatie van schoonmaakbedrijven. Hoe hakt de coronacrisis in op de ondernemers? “We hebben een panel van schoonmaakbedrijven waarin we continu peilen wat de situatie in. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de omzetdaling voor heel Nederland op min 5 procent ingeschat. Tot aan de tweede golf horen we van onze panelleden dat de omzetdaling op min 8 tot min 10 procent uitkomt. De schoonmaakbedrijven worden over het algemeen hard geraakt. Dat geldt ook voor de kantorenschoonmaak, maar als je in sectoren zoals de hotelschoonmaak, evenementenof de horeca zit, dan zijn het echt barre tijden. Daar ligt de omzet op zijn gat en zien schoonmaakbedrijven de reserves verdampen.”

Forse loonsverhoging haalbaar?

Rommelse gaat inhoudelijk niet in op de onderhandelingen. Maar gezien de onzekere marktsituatie lijkt een forse loonsverhoging (FNV spreekt van 5 procent) moeilijk haalbaar. Ook omdat opdrachtgevers dat niet willen betalen omdat ze zelf ook klappen hebben te verduren. Een indicatie kan zijn de kostenverhoging die schoonmaakbedrijven zelf dit jaar aan opdrachtgevers hebben gevraagd. Een inventarisatie van Service Management kwam uit op iets meer dan 5 procent kostenverhoging voor dit jaar. Een schoonmaakbedrijf dat Service Management mailde met zijn prijsverhoging vroeg een indexering van 3,2 procent. Daar zitten loon en materialen in.

Doorlopen van huidige afspraken?

Uit die cijfers lijkt een beeld te komen dat er weinig ruimte is voor een loonsverhoging. Komen de onderhandelingen dan niet te vroeg? Immers, de schoonmaak-cao loopt juni af. Dan is er waarschijnlijk nog geen sprake van economische opleving en is nog niet iedereen gevaccineerd. Dat duurt namelijk tot september. Zou dat niet pleiten voor het laten doorlopen van de huidige afspraken? Rommelse: “Alles is mogelijk, maar onze leden willen, denk ik, liever dat wij nieuwe afspraken gaan maken. De situatie is zoals deze is, met de onzekerheid inbegrepen. Daarnaast zal er – willen we onze sector beter en aantrekkelijker maken – ook juist nu aandacht moeten zijn voor de kwalitatieve elementen van de cao-schoonmaak.”

>> Lees ook: Jan Kampherbeek, CNV: “Onderhandelen cao-schoonmaak wordt gepuzzel”

Snel de draad oppakken

Rommelse spreekt de hoop uit dat de economie snel herstelt als het merendeel van de Nederlanders is gevaccineerd en sneltesten gemeengoed zijn geworden. “En dat geldt ook voor de schoonmaak. Dan kun je een opleving zien van bijvoorbeeld de schoonmaak in hotels, op evenementen en Schiphol.” Maar evengoed zijn we dan nog lang niet terug op de oude niveaus, dat zal nog wel een paar jaar kunnen duren. En als het gaat om de kantorenschoonmaak is het nog maar zeer de vraag of die ooit nog op het oude niveau gaat terugkomen. Een onzekere toekomst dus.”

Siev aan cao-onderhandelingstafel

We leggen Rommelse ook een gevoelige vraag voor: Gaat collega-branchevereniging SieV aan de cao-onderhandelingstafel deelnemen? De directeur ontwijkt de vraag enigszins. “Wij zijn de vertegenwoordiger van de werkgevers in de sector. Ik heb goed contact met Maurice Rutgrink, voorzitter van SieV, en we kijken met het bepalen van de inzet voor de cao-onderhandelingen over de grenzen van ons eigen ledenbestand heen. Het gaat immer om de gehele branche.”

>> Lees ook: Schoonmakers die bijna met pensioen gaan, mogen al eerder stoppen

Vijftig aspirant-leden

Hoe schoonmaakbedrijven de coronacrisis hebben doorstaan, zal dus bepalend zijn voor de inzet. Bijzonder is dat, als gevolg van de crisis, Schoonmakend Nederland maar liefst vijftig nieuwe (aspirant)leden heeft mogen verwelkomen. “Normaal zijn dat er in een jaar twaalf of dertien.”

Schoonmakend Nederland zegt, om het imago van de branche te verbeteren, ook iets verder te kijken dan de eigen leden. “We balen van cowboypraktijken, bijvoorbeeld in de hotelschoonmaak waar schoonmaakbedrijven ineens hun medewerkers niet meer betaalden. Of waar opdrachtgevers doodleuk aangeven dat ze maar 13 euro in het uur voor de schoonmaak betalen. Dat kan niet, dat is tegen de cao-afspraken en dus wettelijk verboden. We willen geen concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Wij gaan daar ook de strijd tegen aan. Want oneerlijk loon raakt het aanzien van de sector. Let wel, we kunnen niet handhaven, dat doet de inspectie SZW, maar we kunnen wel het gesprek aangaan.”