Projecten CAO-schoonmaak: subsidies voor goed gesprek en gezond pensioen halen

Projecten CAO-schoonmaak: subsidies voor goed gesprek en gezond pensioen halen

In de cao-schoonmaak die werkgeversorganisatie OSB en de vakbonden FNV en CNV eind 2018 met elkaar afspraken voor de periode 1 januari 2019 tot 30 juni 2021, stonden diverse projecten waar schoonmaakbedrijven hun voordeel mee kunnen doen. Service Management sprak Judith Wijdeven, vanuit OSB betrokken bij een aantal projecten. Over een goed gesprek, veilig werken en gezond je pensioen halen.Volg Service Management op LinkedIn:

Na een jaar en twee maanden zijn er vanuit die afgesproken CAO op diverse vlakken mogelijkheden voor schoonmaakbedrijven om op aan te haken. Vanuit de gedachte dat een goed gesprek met een werknemer een hoop kan doen, is er bijvoorbeeld subsidie beschikbaar voor het begeleiden van groepsgesprekken met schoonmakers.

Tot 4.500 euro aan coachuren voor groepsgesprekken

“Bijvoorbeeld omdat er binnen een schoonmaakteam een probleem is op het gebied van communicatie, samenwerken of betrokkenheid”, stelt Wijdeven. “Voor die subsidie, die je via RAS.nl kunt aanvragen, krijg je dan de uren van een gesprekscoach vergoed. Met die coach kijk je welke onderwerpen je in jouw bedrijf kunt bespreken. Dat kan gaan over flexibiliteit, collegialiteit of de openheid in jouw team. Je mag dat breed inzetten, maar je moet wel een plan inleveren. Hoe ga je de coach inzetten? Waarom is het nodig? Welke resultaten beoog je? Ook moet het team bestaan uit minimaal acht en maximaal twintig medewerkers.”


LEES OOK: Ziekteverzuim terugdringen met goede gesprekken


Als er een goed plan ligt, kan een bedrijf tot 4.500 euro aan coachuren besteden. Hoeveel een bedrijf nodig heeft, hangt natuurlijk af van de grootte en hoe ver de onderneming al is op dit vlak. De subsidie is beschikbaar tot het einde van de CAO-periode, dus tot 30 juni 2021. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door gelden vanuit het Europees Sociaal Fonds. Dat fonds wil de economische en sociale samenhang in Europa versterken.

Het is lastig om mensen ervan te overtuigen om veiligheidsmiddelen ook daadwerkelijk te gebruiken

Fysiek en mentaal veilig werken

De drie partijen OSB, FNV en CNV die samenwerken in de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en glazenwassersbranche (RAS), nemen in een ander CAO-project fysiek en mentaal veilig werken onder de loep. Het bureau dat dat project uitvoert, heet Bureau O2 en bestaat uit Emily van de Vijver en Annemarie Arensen. Dat bureau heeft een enquête uitgestuurd, waarop maar liefst 2.400 schoonmakers hebben gereageerd. De vragenlijst ging over fysieke en mentale klachten in de schoonmaak. De resultaten daarvan moeten nog bekend worden. “Op basis van de enquête ontwikkelt het bureau middelen om werkgevers en werknemers te helpen om veilig werken op de kaart te zetten.” Verwachting is dat die middelen na de zomer klaar zijn.

OSB legde de stand van zaken op dit vlak onlangs tijdens een regiobijeenkomst voor aan haar leden. “Zij gaven aan dat ze al een heleboel hulpmiddelen in huis hebben die de veiligheid bevorderen, maar dat het lastig is mensen ervan te overtuigen om ze ook daadwerkelijk te gebruiken. Hoe komen we tot een intrinsieke motivatie om fysiek en mentaal veilig werken normaal te maken?” Er is overigens al een branchebreed klachtenpunt bij de RAS waar werknemers ongewenste situaties kunnen melden. “Dat gaat over mentaal veilig kunnen werken.”


LEES OOK: Glas en gevel: veiligheid voorop bij werken op hoogte


Gezond het pensioen halen

Dan het derde onderwerp: arbeidsmobiliteit. “In dat project kijken we naar hoe schoonmakers gezond hun pensioen kunnen halen”, legt Wijdeven uit. “Daar hebben zowel werkgevers als werknemers een belangrijke rol in. De RAS heeft bijvoorbeeld gesprekskaarten ontwikkeld, waarmee werkgevers het gesprek met hun medewerkers aan kunnen gaan. Daarin kunnen ze dan de mogelijkheden binnen en buiten de branche laten zien en zouden ze eventueel een loopbaancoach kunnen inschakelen. Maar wellicht zijn er ook, als het fysiek minder wil om te schoonmaken, andere opties binnen het bedrijf.”

Wat te verwachten van een aanjager?

Er is een zogenoemde aanjager beschikbaar. Daarvoor werkt de RAS samen met adviesbureau Boer & Croon. “Hij of zij helpt de werkgever een plan op te stellen om arbeidsmobiliteit een structureel thema binnen het bedrijf te maken. Daar staat maximaal 120 uren uur voor per bedrijf.”

Naast de aanjager en gesprekskaart zijn er ook andere hulpmiddelen, zoals materialen voor leidinggevenden over duurzame inzetbaarheid. En er is subsidie voor de helft van de loonkosten van de leidinggevende voor het voeren van de gesprekken over duurzame inzetbaarheid. Ook die subsidie komt van het Europees Sociaal Fonds. Wijdeven: “Je moet wel kunnen verantwoorden bij het fonds dat de subsidie daadwerkelijk wordt gebruikt voor waar deze bedoeld voor is.”


LEES OOK: 5 tips voor schoonmaakbedrijven over duurzame inzetbaarheid


Voorwaarden aan scholingsfonds

Aansluitend kent de RAS ook een scholingsfonds. Schoonmaakondernemers kunnen daarbij een loopbaancoach aanvragen voor hun medewerker, maar de medewerker kan zichzelf ook aandienen. “De bedoeling is daarbij wel dat de medewerker zijn duurzame inzetbaarheid vergroot”, aldus Wijdeven.

“Er zitten diverse voorwaarden aan deze subsidie. Bijvoorbeeld dat een medewerker niet al arbeidsongeschikt was voor de aanvraag. Maar ook moeten de scholing en de toekomstige functie passen bij de belastbaarheid van de medewerker. Kortom, hij of zij moet ruimte hebben om dit op te pakken. Als laatste noem ik het arbeidsmarktperspectief. Dat perspectief moet er op het terrein van de scholing zijn om in aanmerking te komen voor de subsidie.” Bureau James Loopbaan verzorgt de begeleiding van dat traject. Dit project duurt ook zo lang als deze CAO nog geldig is.

Werk maken van subsidies

Wijdeven raadt schoonmaakondernemers aan werk te maken van dit soort subsidiemogelijkheden. “Ik snap dat ondernemers er niet altijd aan denken, maar het zijn mooie handreikingen om dit soort thema’s binnen je schoonmaakbedrijf bij de kop te pakken. Je hoeft daarbij niet speciaal lid te zijn van een branchevereniging. Het zijn regelingen die voor de hele sector openstaan.”

Daarbij komt volgens de OSB-adviseur dat de genoemde elementen het schoonmaakbedrijf neerzetten als een aantrekkelijke werkgever. “We zien dan ook al wel de eerste aanmeldingen her en der, maar het loopt nog niet storm. Een oproep is daarom op zijn plaats. Het geld is er en het is ontzettend de moeite waard om er gebruik van te maken.”

Gerelateerde content