"Schuif niet te veel af op leidinggevenden, zij worden al overvraagd"

Onderzoekers Stephan Corporaal, lector Human Capital op Hogeschool Saxion, en Joost van der Weide, associate lector Sociale Innovatie op Windesheim, dompelden zich in opdracht van de Raad voor Arbeidsverhoudingen in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (RAS) volledig onder in de wereld van schoonmaak. Ze gingen, samen met vier collega-onderzoekers, op zoek naar hoe schoonmakers en glazenwassers meer eigen regie in hun duurzame inzetbaarheid kunnen pakken. Een gesprek over diversiteit in de branche, over de betrokkenheid van de medewerkers en over het belang van ideeën uitwisselen.

Om maar bij het begin te beginnen: waarom is het überhaupt belangrijk dat schoonmakers en glazenwassers eigen regie (kunnen) pakken op het thema duurzame inzetbaarheid? “Ten eerste sluit het hebben van eigen regie aan op de basisbehoefte van mensen om een bepaalde autonomie te hebben. Mensen willen zelf beslissingen kunnen maken en nieuwe dingen leren, ieder op z’n eigen manier en niveau”, begint Van der Weide. “Daarnaast verandert de wereld snel, dus het is belangrijk dat mensen op die veranderingen in kunnen spelen en kunnen meebewegen. Maar in hoeverre krijgt men de kans om zichzelf te ontwikkelen of om bijvoorbeeld het werk in te richten die past bij de betreffende omstandigheden?”

Mensen willen zelf beslissingen kunnen maken en nieuwe dingen leren, ieder op z’n eigen manier en niveau

En over duurzame inzetbaarheid: “Vergeet niet dat we momenteel in een situatie zitten met enorme personeelstekorten. Tel dat op bij de stijgende aandacht voor de vraag hoe men gezond en gelukkig tot aan het pensioen kan doorwerken. Voor werkgevers is het van groot belang dat iedereen binnen de organisatie zo lang en optimaal mogelijk meedoet. Je creëert dus een win-winsituatie als je als werkgever ervoor zorgt dat de medewerker het beste uit zichzelf kan halen, want uiteindelijk profiteer je er zelf ook van als diegene langer bij jouw organisatie aan de gang kan blijven.”

Joost van der Weide: “Met alleen de dialoog kom je er niet. Je moet elkaar toerusten om daadwerkelijk stappen te kunnen nemen.”

Onderzoek

Hoe creëren we een omgeving waarin de medewerkers die eigen regie daadwerkelijk kunnen pakken? Om een antwoord op die vraag te vinden, gingen Van der Weide en Corporaal samen met vier collega-onderzoekers op pad. Ze liepen mee met schoonmakers en glazenwassers, gingen in gesprek met HR-medewerkers van schoonmaakbedrijven én vroegen naar de visie van experts op het gebied van HRM en arbeidsmarkt. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de RAS en werd mede mogelijk gemaakt door subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eindrapportage met alle bevindingen en aanbevelingen, zowel voor individuele schoonmaakbedrijven als voor de branche als geheel, is gratis te downloaden op de website van de RAS.

Betrokkenheid

De twee heren vertellen dat vooral de enorme betrokkenheid van de medewerkers hen opviel tijdens het onderzoek. Niet alleen betrokkenheid bij het schoonmaakbedrijf waar ze in dienst zijn, maar ook -of misschien wel juist- bij de locatie die ze schoonmaken. “Ik zag duidelijk dat de medewerkers willen meedenken en dat ze beschikken over de vakkundigheid om te bedenken wat daar voor die klant nodig is en wat er moet gebeuren”, aldus Van der Weide. Corporaal: “Het is mooi om te zien dat ze meegenomen willen worden in de ontwikkelingen bij de organisatie en wat dat dan voor hen en hun werk betekent.”

Schuif niet te veel op de leidinggevenden af. Zij zijn in veel gevallen al overvraagd

Nog iets wat opviel: de enorme diversiteit in de branche. Qua culturele en etnische achtergronden, qua leeftijd, qua opleidingsniveau. “Niet alle medewerkers kunnen goed Nederlands lezen. Dan is het lastig om bijvoorbeeld te begrijpen wat er in de werkinstructie geschreven staat. Toegankelijke informatie is daarom erg belangrijk, het liefst visueel weergegeven”, aldus Corporaal.

Opkijken tegen leidinggevenden

Ook de leidinggevenden lieten een indruk achter bij de onderzoekers. “Daar wordt echt tegenop gekeken door de medewerkers. Vooral objectleiders die ooit zelf als schoonmaker zijn begonnen en daarna zijn doorgegroeid, gooien hoge ogen. Opvallend is ook dat er in veel teams een soort informele leider is aan te wijzen, iemand die de boel een beetje bij elkaar houdt.” De twee heren willen graag een lans breken voor de schoonmaakleidinggevenden. “Schuif niet te veel op hen af. Zij zijn in veel gevallen al overvraagd. Zie het als een flessenhals: alle druk komt op de leidinggevenden terecht, zowel van bovenaf als van onderen en vaak zelfs ook nog van buitenaf. Daar ligt een kwetsbaarheid in de schoonmaakbranche, als men alles maar bij die leidinggevenden laat liggen.”

Richting, ruimte en ruggensteun

Hoe kan men er nu daadwerkelijk voor zorgen dat schoonmakers en glazenwassers eigen regie kunnen pakken? “Eigen regie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van zowel werkgever als werknemer. De eerste stap daarin is het aangaan van de dialoog. In de schoonmaak is dat soms nog knap lastig. Werkgever en werknemer zijn namelijk niet dag in, dag uit bij elkaar. De medewerkers zijn immers meestal op locatie aan het werk. Die dialoog is daardoor in feite nóg belangrijker, maar kan dus wel heel lastig zijn”, zegt Van der Weide. Maar met die dialoog ben je er nog lang niet. Hij vervolgt: “Je moet elkaar toerusten om daadwerkelijk zelf die stappen te kunnen nemen.”

Schoonmakers en glazenwassers hebben behoefte aan drie R’s om de eigen regie te kunnen pakken. Dat zijn Richting (weten wat er speelt en welke invloed dat heeft op hem of haar), Ruimte (om ideeën te delen en het werk naar eigen inzicht in te delen) en Ruggensteun (vertrouwen en back-up van leidinggevenden en collega’s). “Die drie moeten goed in balans zijn en dan versterken ze elkaar.”

Stephan Corporaal: “Houd het dicht bij het dagelijkse werk van medewerkers: hoe kunnen we dit beter, anders of slimmer doen?”

Hands-on oplossingen

“Schoonmakers en glazenwassers hebben echt geen behoefte aan ingewikkelde trainingen of dergelijke”, benadrukt Corporaal. “Het gaat erom dat je dit op een informele manier op de werkvloer organiseert. Er is vooral behoefte aan hands-on oplossingen. Houd het dichtbij het dagelijkse werk van medewerkers: hoe kunnen we dit beter, anders of slimmer doen? Dan blijkt vaak dat heel veel medewerkers al goede ideeën hebben over hoe het beter kan. Maak daar gebruik van, wil ik schoonmaakbedrijven adviseren. En wees je ervan bewust dat het waarschijnlijk ook voor andere schoonmaakbedrijven interessant kan zijn. Probeer als branche de uitwisseling van die ideeën te stimuleren, want dat zie ik nog te weinig gebeuren. Dat is zonde, want er zijn al zoveel mooie voorbeelden te vinden.”

Probeer als branche de uitwisseling van die ideeën te stimuleren

Ook het feit dat de schoonmaak een relatief hoog verloop kent, speelt een rol in de behoefte aan praktische en hands-on oplossingen. “Door het hoge verloop is het belangrijk om in deze branche te werken met oplossingen die op korte termijn de vruchten afwerpen. Je hebt niet dezelfde luxe als in andere branches waar je kunt investeren in zaken waar je pas na jaren plezier van hebt. Dat verloop is jammer, maar is niet altijd te voorkomen. Daar moet je dus mee werken”, zegt Van der Weide afsluitend.