Kees Blokland neemt afscheid als codevoorzitter: "Ik wil niet in cirkels rond gaan draaien"

Kees Blokland neemt afscheid als codevoorzitter: "Ik wil niet in cirkels rond gaan draaien"

Kees Blokland is dit jaar voorzitter-af van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag. Hij stond in 2011 aan de wieg van de code die vanuit de schoonmaak vervolgens werd verbreed naar beveiliging, contractcatering en projectverhuizers. Een verdere verbreding naar de uitzendbranche zit in het vat, zo blijkt uit het afscheidsinterview. En Blokland wil graag 'zijn' code institutionaliseren.

Het ontstaan van de code was een direct gevolg van de toenemende onrust in de schoonmaakbranche in 2009, die in 2010 uitmondde in een felle staking. Daarbij stonden werkgeversorganisatie OSB (tegenwoordig Schoonmakend Nederland) met voorzitter Hans Simons en directeur Rob Bongenaars en de vakbonden FNV met Mari Martens en Ron Meyer en CNV met Jan Kampherbeek lijnrecht tegenover elkaar. De eis van de bonden? Meer respect. Ook bij opdrachtgevers zoals de Nederlandse Spoorwegen, Schiphol en Philips klopte met name FNV met acties aan. Blokland pakte met de strijdende partijen de handschoen op. Er kwam een code, ook wel door Blokland een moreel appel genoemd, die opdrachtgevers, opdrachtnemers en intermediairs ondertekenden. Waarmee ze verklaarden niet alleen op prijs schoonmaak aan te besteden, maar ook op kwaliteit. En ze beloofden om op de arbeidsomstandigheden van schoonmaakmedewerkers te letten. Blokland: “Eigenlijk is de code ouderwets Nederlands polderen, maar dan in het klein, in de schoonmaaksector.”

Verbonden met schoonmaak

Blokland voelde zich destijds al verbonden met de schoonmaaksector en nu nog. Hij werkte jarenlang bij het schoonmaakbedrijf Cemsto dat werd overgenomen door ISS Facility Services. En als directeur Personeel en Organisatie van de NS raakte hij er in 2010 opnieuw bij betrokken. Blokland: “Samen met toenmalig CSU-schoonmaakdirecteur Frie van Hulten bracht ik een bezoek aan de huisvestingruimte van de schoonmakers. Wat we daar aantroffen tart iedere beschrijving: ruimte onder het spoor, geen ramen, lekkages, onvoldoende veiligheidskleding, te weinig schoonmaakmiddelen, materiaal in slechte staat… Ga zo maar door.” Reden voor NS om Blokland zijn laatste drie maanden in functie binnen deze organisatie vrij te spelen om orde op zaken te stellen. Later pakte hij samen met Wim Mul, toenmalig HR-directeur van Schiphol, de opzet van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag op. “Het idee voor een dergelijke code kwam overigens van Hans Simons van OSB. Ergens midden in de nacht na moeizame gesprekken tussen de cao-partijen. We kwamen geen steek verder. Maar Simons zag in de code een mogelijkheid om de partijen bewust te maken van hun rol in sociale omstandigheden en hun invloed op het marktgedrag. Mul zette het idee van de code vervolgens op papier zodat het ergens op leek en de partijen zich eraan vastklampten.”

Collegiale inspanning

De code moest de race naar de bottom stoppen. Compleet met gele kaarten voor opdrachtgevers, schoonmaakbedrijven en intermediairs die het niet zo nauw nemen met het appel. Blokland zocht ze op. “Vaak was het onwil, onkunde of onbenul. Denk aan aanbestedingen die knullig in elkaar waren gestoken, waarbij er sprake was van te weinig kennis van het facilitaire vak. En we zagen inkopers die dachten dat schoonmaak aanbesteden te vergelijken is met het aanschaffen van een televisie. Daarbij werd dan de kwaliteit van de te leveren schoonmaak gewoon niet gedefinieerd of niet goed omschreven. Als je niet weet wat je vraagt, weet je ook niet wat je krijgt.” Blokland werd hét gezicht van de code, alhoewel hijzelf benadrukt dat er een heel team achter de code schuilgaat. “Het is in al die jaren een collegiale inspanning van vertegenwoordigers van alle bloedgroepen die toch maar mooi in de mini-polder van de schoonmaakbranche een gemeenschappelijk belang hebben gedefinieerd. Ik ben een van de gezichten, zou ik eerder zeggen. Op het gevaar af dat ik mensen vergeet: ik denk in al die jaren ook aan namen als Wim Mul, Rob Westerlaken, Jan Kampherbeek, Mari Martens, Renate Bos, Jet Linssen, Peter Specker, Rene ten Brug, Wim Dingelstad, Hayk Simons, André de Reus, Lilian Willekers en Leila Zariouh. Dat zijn stuk voor stuk dragende mensen geweest.”

Productienormen

In het begin maakte Blokland de fout fatsoenlijke productienormen voor schoonmaak te willen formuleren. “Daar kregen we van de Autoriteit Consument en Markt een tik op de vingers omdat we bezig waren met een aanzet voor kartelvorming. Uiteindelijk ben ik wel blij dat we niet concrete minimale productienormen in de code hebben opgenomen, want dat is per situatie anders. Daarmee wordt het nog meer een appel op de vakkennis over schoonmaak om te bepalen of een productienorm voor een aanbesteding logisch en verantwoord is.” De eerste periode van de code was volgens Blokland trial and error. “In het begin was er nog de neiging bij schoonmaakbedrijven om intermediairs de markt uit te drukken omdat zij vonden dat die een dubieuze rol speelden. Maar met name André de Reus van Atir en Wim Dingelstad van CSG lieten me zien dat er een serieuze adviesbranche was ontstaan die juist kennis bij de code kon inbrengen. Over schoonmaak en vierkante meters, aanbestedingsrecht en mededingingsrecht. Zij konden met vakkennis juist een faire beoordeling tot stand brengen. Maar er waren ook partijen die zich lieten betalen uit besparingen die ze gerealiseerd hadden of die aan koppelverkoop deden. Een adviesbureau zet daarbij een aanbesteding in de markt waarbij de opdrachtnemer moet betalen voor de kwaliteitsinspecties. Een kind kan bedenken dat dat foute boel is.”

Verbreden

Blokland zag, nadat de code naam en faam kreeg in de schoonmaak, kansen om de code te verbreden naar beveiliging, contractcatering en projectverhuizers. Daar waar dezelfde race naar de bottom plaatsvond, met druk op personeel tot gevolg. “Na advies van de Sociaal-Economische Raad - voorzitter Mariëtte Hamer is fan van de code - zien we kansen om, met steun van Jacco Vonhof (schoonmaakondernemer en voorzitter van MKB-Nederland) en Ingrid Thijssen (voorzitter VNO-NCW), ook daar de code te introduceren. Eigenlijk is het moreel principe overal waar sprake is van een uitbestede markt, daar waar de druk op medewerkers ontstaat, relevant. Omdat daar druk op de prijs kan komen als kwaliteitseisen slecht of niet worden uitgevraagd. Die last komt uiteindelijk terecht bij werknemers in de vorm van buitensporige werkdruk. Als je dienstverlening behandelt als een commodity ontstaat die druk als vanzelf. Je hebt dus, ook als je als opdrachtgever regie voert over facilitaire dienstverlening, interne kennis nodig van de diensten die je hebt uitbesteed. Om ze aan te kunnen sturen.”

Erik Diks (ProRail)

Marktvorser

Blokland is 75 jaar oud. “Tijd om het stokje over te dragen. Ook om niet in cirkels rond te gaan draaien. Nieuw bloed brengt nieuw elan. Ik moet niet meer het gezicht van de code zijn, alhoewel me die na aan het hart blijft liggen. De code is mij dierbaar geworden en daar doe je moeilijk afstand van. Ik wil ook niet een opvolger voor de voeten lopen, maar een grote wens zou wel zijn om de code te verdiepen en te institutionaliseren. Het is begonnen als een actiebeweging. Er is structuur in gekomen met de komst van een bestuur en statuten. Als het ministerie van Economische Zaken en Klimaat het zou ondersteunen, dan zouden we ook meer onderzoek kunnen doen naar de drivers achter verkeerde marktwerking. Bijvoorbeeld bij platformbedrijven. Daarnaast vind ik ook dat er à la de ACM een marktvorser moet komen die misstanden aan de voorkant oppakt, bij de aanbestedingen. Zo voorkom je dat druk verderop in de keten landt bij medewerkers. Die institutionalisering moet juist niet ten koste gaan van de betrokkenheid van huidige partijen. De sterkte van de code is de initiatiefkracht van de in het veld actieve samenwerkende partijen. Een toegenomen budget zou er ook voor kunnen zorgen dat we meer kunnen doen aan handreikingen. Bijvoorbeeld voor inkopers die aanbestedingen in de markt willen zetten, over de beste manier van contractmanagement of over het neerzetten van voorbeelden van calculatietechnieken.”

Terugschakelen

Er is nog genoeg te willen dus, maar Blokland zal de ontwikkelingen langs de zijlijn gadeslaan. “Alhoewel… Ze mogen me met vragen altijd bellen, maar ik zal niet meer voor de troepen staan om het zo te zeggen.” Met vier zoons, meerdere kleinkinderen, tennissen en een dichtkunst die aandacht behoeft, zijn er andere prioriteiten in het leven. “Nu is het moment aangebroken om terug te schakelen. Helemaal nietsdoen kan ik niet, maar er komt een ander gezicht voor de code.” Die kan meteen aan de slag met de verdere uitbreiding, verdieping en het institutionaliseren van de code. Dat is op zich al een berg om te beklimmen.

“Durf elkaar aan te spreken”

De klachtencommissie van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag in de schoonmaak gaf onlangs aan weinig klachten binnen te krijgen. Dat strookte niet met hun gevoel dat er wel degelijk verkeerde schoonmaakaanbestedingen in de markt worden gezet. Blokland reageert: “Er zit een disbalans in de markt. Klachten worden niet gezien als leermomenten voor de branche en de betrokkenen. En dus wordt dat leermoment niet gepakt. Opdrachtnemers durven opdrachtgevers en intermediairs niet aan te spreken. Bang om de volgende keer niet meer in aanmerking voor een schoonmaakaanbesteding te komen. Van dat ons kent ons-principe moeten we af. Anders doorbeek je dit principe nooit en komen we ook onvoldoende tot verantwoordelijk marktgedrag.”