Je werknemer wil eerder stoppen met werken: 10 vragen & antwoorden

Schoonmakend Nederland en vakbonden CNV en FNV maakten eind vorig jaar afspraken over Eerder stoppen met werken. Oudere werknemers in de schoonmaakbranche kunnen onder bepaalde voorwaarden van deze regeling gebruik maken. Lees hier de top 10 vragen en antwoorden van werkgevers over deze regeling.

1. Welke werknemers kunnen deelnemen?

Dit zijn de volgende voorwaarden:
De werknemer is geboren tussen 1 oktober 1954 en 31 mei 1956;
De werknemer doet in de periode van 1 juni 2021 t/m 31 december 2021 de aanvraag;
De werknemer is tien jaar aaneengesloten werkzaam in de schoonmaakbranche;
De werknemer is 20 uur per week of meer werkzaam en wil volledig stoppen met werken;
De werknemer is 32 uur per week of meer werkzaam en wil gedeeltelijk stoppen met werken;
De werknemer valt onder het A-, B- of D-deel van de CAO voor de schoonmaak- en glazenwassersbranche.

2. Welke van mijn werknemers komen in aanmerking?

De RAS heeft een selectie gemaakt via gegevens van het pensioenfonds. Deze werknemers hebben van de RAS een brief ontvangen. Je kunt de werknemers hiernaar vragen. Daarnaast kun je ook een selectie maken binnen jouw werknemersbestand. Werknemers die voor de regeling in aanmerking komen kun je dan gericht benaderen. Ook als een werknemer geen brief van de RAS heeft ontvangen, kan een aanvraag worden gedaan.

3. Wat is de hoogte van de uitkering?

De werknemer kan voor de uren die hij niet meer werkt, een uitkering aanvragen bij de RAS. De uitkering is maximaal € 1.847,- bruto per maand. Op jaarbasis is dat maximaal € 22.164, -. Dit geldt voor een werknemer die nu 38 uur werkt en volledig stopt. Als een werknemer gedeeltelijk stopt met werken ontvang hij een (lager) bedrag naar rato.

Rekenvoorbeeld: een werknemer in loongroep 1 met 4 dienstjaren, die 38 uur per week werkt en volledig stopt (uitgaande van de lonen begin 2021):
Brutoloon wordt verlaagd van € 2117.61 bruto per maand naar een uitkering van € 1847.- bruto per maand.
Nettoloon wordt verlaagd van € 1777.05 netto per maand naar een uitkering van € 1648.22 netto per maand (met toepassing van de loonheffingskorting).

4. Hoe vraagt een werknemer de uitkering aan en wat is de doorlooptijd?

Een aanvraag indienen kan via deze pagina. Dit doet een werknemer minimaal 4 weken voordat hij wil stoppen met werken. Een werknemer kan de aanvraag ook eerder doen. Als de werknemer de uitkering bijvoorbeeld pas per december 2021 wil laten ingaan, is het mogelijk om de aanvraag nu al in te dienen. Als de aanvraag volledig is, laat de RAS de werknemer binnen 10 werkdagen weten of deze is goedgekeurd. De RAS heeft dan nog 4 weken de tijd om de uitkering uit te kunnen voeren.

5. Is er een budget gekoppeld aan de regeling?

Ja, er is bij de RAS een maximaal budget beschikbaar. Dit budget kan niet worden overschreden. Het beschikbare budget wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de aanvragen bij RAS.

6. Mijn werknemer wil gedeeltelijk stoppen met werken. Hoe gaat dit in zijn werk?

De werkgever en de werknemer gaan met elkaar in overleg hoe dat praktisch vorm te geven. Er dient overeenstemming te zijn tussen de werkgever en de werknemer over het aantal uren dat de werknemer stopt met werken. Als een werknemer volledig wil stoppen, kan hij dat zelf bepalen en de werkgever daarover informeren.

7. Hoe wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd?

Dat bepalen de werkgever en de werknemer. Dit kan via de normale wegen, zoals via opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer of via een vaststellingsovereenkomst. Bij het aanvragen van een uitkering hoeven daarvan geen stukken aan de RAS te worden gestuurd. De RAS vraagt wel om een gezamenlijke verklaring van de werknemer en de werkgever waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd, voor hoeveel uur deze is beëindigd en per wanneer de werknemer stopt. Voor deze gezamenlijke verklaring is een formulier gemaakt. De werknemer ontvangt een link om dit formulier te gebruiken.

Als de werknemer nog vakantieuren heeft staan, is het goed om ook daar afspraken over te maken. Worden deze uitgekeerd als de werknemer uit dienst gaat (stopt met werken), of worden deze ingezet voor de datum van uitdiensttreding.

8. Komt een werknemer die arbeidsongeschikt is in aanmerking voor de regeling?

Ja, ook een arbeidsongeschikte werknemer komt in aanmerking. Als een werknemer een andere uitkering (IVA, WW of ZW) heeft komt de werknemer niet voor de regeling in aanmerking.

Als de werknemer gebruik maakt van de regeling ‘eerder stoppen met werken’ van de RAS is het ook mogelijk om het pensioen naar voor te halen.

9. Kan de werknemer het pensioen naar voren halen?

Als de werknemer gebruik maakt van de regeling ‘eerder stoppen met werken’ van de RAS is het ook mogelijk om het pensioen naar voor te halen. Hierover kan werknemer contact opnemen met het pensioenfonds.

Werknemers kunnen ervoor kiezen om het pensioen naar voor te halen, zodat ze dit tegelijk ontvangen met de AOW. Werknemers ontvangen hierover een brief van het pensioenfonds. In deze brief wordt ook uitgelegd dat werknemer kan kiezen voor meer of minder pensioen. Meer uitleg hierover staat in de brief en op de website van het pensioenfonds.

10. Kan ik als werkgever de werknemer nog wat extra’s geven zonder de eindheffing van 52% te moeten betalen?

Dit verduidelijken we via vier voorbeelden:

Voorbeeld 1
Werknemer werkt parttime (25 uur) en stopt één jaar voor AOW volledig met werken. Werknemer ontvangt een uitkering van de RAS van € 1215,13 per maand (25/38 x 1847). De werkgever kan zonder rekening te houden met de omvang van het dienstverband, aanvullen tot €22.164. De omvang van het dienstverband is niet relevant. Dat wil zeggen dat er ook bij een deeltijddienstverband gewoon de volledige drempelvrijstelling kan worden gebruikt. De werkgever zou in dit voorbeeld een bedrag van €7.852,34 (€ 22.164 – €14.581,56) extra kunnen toekennen zonder eindheffing van 52%.

Voorbeeld 2
Een werknemer die fulltime werkzaam is (38 uur per week) en die volledig stopt met werken. De werknemer ontvangt een uitkering van de RAS van € 1847.- per maand. Er is in dit geval geen ruimte meer binnen de drempelvrijstelling. De werkgever kan nog wel een aanvulling verstrekken, maar die wordt dan belast met een eindheffing van 52%.

Voorbeeld 3
Werknemer ontvangt per 1 april 2021 een uitkering van de RAS en gaat per 15 september 2021 met AOW. Werknemer zal ongeveer 5,5 maand gebruik maken van de regeling en een uitkering ontvangen. De vrijstelling is afhankelijk van het aantal maanden voorafgaande aan de AOW en mag voor een gedeelte van een maand altijd worden afgerond naar boven. De drempelvrijstelling is in deze situatie 6 x € 1 847 = € 11.082. De werkgever is eindheffing verschuldigd voor zover de uitkeringen ingevolge een RVU hoger zijn dan € 11.082.

Voorbeeld 4
Gedeeltelijk stoppen met werken
Werknemer werkt fulltime (38 uur) en stopt één jaar voor AOW gedeeltelijk met werken. Werknemer gaat van 38 uur per week terug naar 22 uur per week; gaat 16 uur minder werken. Werknemer ontvangt van de RAS een uitkering van € 777,68 per maand (16/38 x 1.847).

Is het in deze situatie nog mogelijk om een aanvullende RVU toe te kennen?
De werknemer gaat voor 16 uren stoppen en ontvangt een RVU. Er is geen eindheffing verschuldigd voor zover het drempelbedrag van € 1.847 niet wordt overschreden. Hierbij hoeft geen rekening te worden gehouden met enige deeltijdfactor. Op grond hiervan kan de werkgever dus aanvullen tot € 1.847 zonder over de aanvulling een eindheffing verschuldigd te worden.

De bedragen zijn indicatief, zegt Schoonmakend Nederland. “Hier kunnen geen recht aan worden ontleend.”