Heb je als schoonmaakondernemer een zorgplicht voor onderaannemers of uitzendkrachten?

Heb je als schoonmaakondernemer een zorgplicht voor onderaannemers of uitzendkrachten?

In de relatie werknemer-werkgever valt iemand bij een ongeval op de werkvloer onder de wettelijke zorgplicht van de werkgever. Maar hoe zit het al er geen arbeidsovereenkomst is tussen slachtoffer en werkgever? Volg Service Management op LinkedIn:

Want dan is het slachtoffer volgens de wet geen echte werknemer. Dat is gek, omdat hij dezelfde werkzaamheden uitvoert als zijn collega’s. Daarom kwam er na gerechtelijke procedures en maatschappelijk debat een verruiming van de zorgplicht. Die geldt ook voor niet-eigen werknemers. Maar waar ligt de grens van die verruimde zorgplicht?


Lees ook: Onderaanneming: Neem je verantwoordelijkheid


Eerst zorgplicht voor uitzendkrachten en stagiaires

In artikel 7:658 BW, lid 4 staat dat werkzaamheden die hebben plaatsgevonden in de uitoefening van het beroep of bedrijf van degene in wiens opdracht de arbeid is verricht, ook onder de zorgplicht van artikel 1 vallen. Dit had tot gevolg dat bijvoorbeeld uitzendkrachten en student-stagiaires een gelijke bescherming genoten als reguliere werknemers.

Daarna vallen ook zzp’ers onder uitgebreide bescherming

Daarna volgden procedures over of en in hoeverre deze uitbreiding van bescherming ook op de zzp’er van toepassing zou moeten zijn. Bepalend in dit verband is het arrest van de Hoge Raad van 23 maart 2011 (ECLI: NL:HR:2012: BV0616 Davelaar/Allspan). Daarin oordeelde de Raad dat het voor toepassing van art. 7:658 moet gaan om “werkzaamheden die de derde in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf ook door eigen werknemers had kunnen laten verrichten”. Met andere woorden: als de niet-echte werknemer hetzelfde werk doet als eigen werknemers, heeft de opdrachtgever ook in dat geval zorgplicht.

Deze uitspraak gooide de deur open voor alle werkgerelateerde claims, ongeacht de formele relatie met de opdrachtgever. Dus ook de relatie tussen zzp’er en opdrachtgever.


Lees ook: Boete schoonmaakbedrijf, onderaannemers en opdrachtgevers


Maar er zit wel een grens aan de verruimde zorgplicht

Waar ligt dan nu nog de grens? Valt de pizzabezorger ook onder de verruimde zorgplicht? Het mag duidelijk zijn dat deze eenmalige dienstverlening daar niet onder valt. En wel omdat die niet tot de werkzaamheden van de wezenlijke opdrachtgever behoort. Wezensvreemde werkzaamheden vallen dus niet onder de zorgplicht van de opdrachtgever.

Werkende gedetineerde werknemer Nederlandse staat?

In een recente uitspraak van de kantonrechter in Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2020:2905) kwam een vergelijkbare zaak voor de rechter. Het betrof in dit geval een in een penitentiaire inrichting verblijvende gedetineerde. De man had tijdens het slijpen van metalen plaatjes met een bandschuurmachine zijn linkerhand bekneld. Daarbij was hij twee vingers kwijtgeraakt.

De advocaat van de gedetineerde stelde zich op het standpunt dat zijn cliënt een werknemer is van de Staat der Nederlanden (eigenaar van de inrichting). Hij stelde daarom dat bij de letselclaim ook de voor de werkgever geldende zorgplichtcriteria golden.

In de relatie staat-gedetineerde ligt het toch iets anders

Maar de rechter was het hier niet mee eens. Hij oordeelde dat er in ieder geval geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. Aan deze relatie ligt geen tussen partijen gesloten overeenkomst ten grondslag. De relatie komt in dit geval voort uit de Penitentiaire Beginselenwet.


Lees ook: Kees Blokland: Partnership in goede en slechte tijden


Bleef over de vraag of de werkzaamheden wel onder de verruimde zorgplicht vallen. Met andere woorden: gaat het om werkzaamheden die eigen werknemers ook verrichten? Ook hier vist de gedetineerde achter het net. Want volgens de rechter zijn eigen werknemers in dit verband personeelsleden van de inrichting, geen collega-gedetineerden. En de werkzaamheden zijn speciaal in het leven geroepen om gedetineerden een zinvolle tijdsbesteding te geven. Ze dienen om hen voor te bereiden op een terugkeer in de maatschappij.

De werkzaamheden vallen dus niet onder de uitoefening van het bedrijf van de instelling. Ze worden ook niet door personeelsleden verricht. Daarmee valt de gedetineerde niet onder De Staat der Nederlanden hoeft daarom volgens het oordeel van de rechter geen schadevergoeding te betalen.

Duidelijke restrictie bescherming niet-eigen werknemer

Deze uitspraak is naar mijn mening geheel in lijn met de huidige leer zoals hiervoor beschreven. Daarin wordt een duidelijke grens getrokken tussen werkgerelateerde en niet-werkgerelateerde werkzaamheden. Dus een duidelijke restrictie in de bescherming van de niet-werknemer.

Bas van Batenburg | advocaat/partner van Van Batenburg & Pracht Advocaten

Dit artikel is eerder verschenen bij zusterplatform Arbo Online.