Wanneer zijn schoonmaakmiddelen eigenlijk duurzaam?

Wanneer zijn schoonmaakmiddelen eigenlijk duurzaam?

Met het groeiende belang van duurzaamheid groeit ook de vraag naar informatie over de duurzaamheidsaspecten van een reinigingsproduct. Geregeld worden er in deze context claims gemaakt over de duurzaamheid of milieu-impact van de ingrediënten in een schoonmaakmiddel. Maar die claims vertellen niet altijd het hele verhaal.

Wanneer deze claims en reclame-uitingen gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis, dan voorzien zij in nuttige informatie die een inkoper kan gebruiken om bijvoorbeeld te kiezen voor een duurzamer alternatief. Zorgwekkend wordt het als deze claims inspelen op een bepaald sentiment, zoals de heersende chemiefobie.

In een eerdere column ("Angst voor chemie moet niet de wet regeren") betoogden we dat de angst voor chemie niet de wetgeving rondom chemicaliën moet bepalen. Simpelweg omdat veel chemicaliën, ondanks mogelijke gevaren, veilig te gebruiken zijn en een cruciale rol spelen in onze maatschappij. Net zo goed dat deze angst voor chemie niets zegt over het veilig gebruik van chemicaliën, zegt een dergelijk sentiment ook weinig over de duurzaamheid van deze chemicaliën.

Enzymen verduurzamen wasproces

Zo worden er in schoonmaakmiddelen al tientallen jaren enzymen gebruikt. Een enzym klinkt misschien eng en chemisch, maar niets is minder waar: enzymen zijn ook in de natuur én in het menselijk lichaam volop aanwezig. Het zijn eiwitten die een chemische reactie kunnen versnellen. In wasmiddelen hebben enzymen een ongekend grote impact op de verduurzaming van het wasproces gehad. De introductie en verdere ontwikkeling van deze enzymen heeft het namelijk mede mogelijk gemaakt om op steeds lagere temperaturen en met minder milieubelastende ingrediënten te wassen terwijl tegelijkertijd ook nog eens de waskracht verbeterde.

Hoe lager de watertemperatuur, hoe kleiner de milieu-impact.

Om de duurzaamheid en milieuwinst van een reinigingsproduct te bepalen is het belangrijk om een volledige levenscyclusanalyse (LCA) uit te voeren: van de winning van grondstoffen tot en met het hergebruik en de verwijdering van afvalstoffen. Levenscyclusanalyses leerden ons al snel dat de grootste milieubelasting van veel was- en reinigingsmiddelen is toe te schrijven aan de gebruiksfase, waarin met name de hoogte van de watertemperatuur grote impact heeft. Dit komt door de energie die het kost om water op te warmen. Hoe lager de watertemperatuur, hoe kleiner de milieu-impact.

Conserveermiddelen

Dan zijn er de conserveermiddelen. Ook deze groep stoffen heeft voor velen een 'chemische' ondertoon en zou je dus waarschijnlijk niet direct onder duurzaam of milieuvriendelijk scharen. Niets is minder waar. Conserveermiddelen leveren juist een grote bijdrage aan de verduurzaming van de sector. Overigens niet alleen binnen de was- en reinigingsmiddelensector, maar ook daarbuiten.

Een conserveermiddel voorkomt of remt de groei van bacteriën, schimmels en gisten. Dus door conserveermiddelen aan een product toe te voegen, blijft het product langer houdbaar. Dit is met name in watergedragen producten belangrijk. Dankzij conserveermiddelen wordt het onnodig bederven en weggooien van producten voorkomen, iets dat in het kader van duurzaamheid natuurlijk zoveel mogelijk vermeden moet worden.

Palmolie heeft slecht imago

Derivaten uit Palmpitolie worden binnen de was- en reinigingsmiddelensector gebruikt als oppervlakte-actieve stoffen. Dit zijn stoffen die zowel een hydrofiele als een hydrofobe kant hebben. Hierdoor kunnen ze ervoor zorgen dat vuil los komt van een oppervlak en oplost in water. Palmpitolie biedt een goed alternatief voor niet-hernieuwbare oppervlakte-actieve stoffen, zoals petroleumderivaten.

Het vermijden van palm(pit)olie omdat het associaties opwekt aan ontbossingen en slechte arbeidsomstandigheden, is niet de oplossing.

Het gebruik ervan komt daarentegen steeds meer onder druk te staan. Dit komt doordat het telen van de oliepalm, waaruit palm(pit)olie wordt gewonnen, niet altijd op een duurzame manier gebeurt. Door dit slechte imago van palmolie en de beelden van ontbossing die hiermee gepaard gaan, kiezen sommige producenten er nu voor om palmolie maar helemaal te vermijden (en dit soms ook te vermelden op het product).

Doordat het telen van de oliepalm niet altijd op een duurzame manier gebeurt, heeft palmolie een slecht (niet-duurzaam) imago.

Alternatief is niet duurzamer

Het alternatief voor palm(pit)olie is meestal niet duurzamer. Een groot voordeel van palmolie is namelijk dat de palmen heel veel olie opleveren. De opbrengst is per hectare 4 tot 10 keer hoger dan bij andere plantaardige oliën. Het helemaal vermijden van deze stof, omdat palm(pit)olie associaties opwekt aan ontbossingen en slechte arbeidsomstandigheden, is dus niet de oplossing.

Inzetten op duurzaam gewonnen palmolie wel. Daarom kiest gelukkig een toenemend aantal fabrikanten voor derivaten die worden verkregen uit duurzaam gecertificeerde palmpitolie. Daarnaast is de NVZ namens de branche in 2021 een lidmaatschap aangegaan bij de Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil (DASPO).

Ken het hele verhaal

Wat deze uiteenlopende voorbeelden van ingrediënten in schoonmaakmiddelen laten zien, is dat de duurzaamheidsgraad van een chemische stof niet bepaald wordt door het sentiment dat er omheen hangt. Nee, om de mate van duurzaamheid te bepalen moet worden gekeken naar de gehele levenscyclus van de stof en het product waar de stof in wordt gebruikt. Bij de keuze voor een duurzaam schoonmaakmiddel is het dus belangrijk om je bewust te zijn van het hele verhaal.

Geschreven door Lisa Sligting, Sustainability Manager bij de NVZ Schoon | Hygiënisch | Duurzaam.