Vlakmoppen: met alleen een ecolabel kom je er niet 

Vlakmoppen: met alleen een ecolabel kom je er niet 

Groen, groener, groenst. Vlakmoppen worden geacht duurzamer te zijn dan ooit. Wie ze koopt, let volgens Stefaan Aernouts, hoofd product management bij toeleverancier voor de schoonmaakbranche BOMA, meer dan ooit op de details. "Met alleen een ecolabel kom je er niet."

De twee meest gebruikte grondstoffen voor de productie van vlakmoppen: katoen en microvezel. Aernouts: “Vroeger bestonden er alleen katoenen (vlak)moppen. Een katoenen vezel is relatief dik en heeft een groot absorptievermogen. Daardoor kun je heel nat reinigen. Echter, omdat ze zo goed water absorberen, verzwaart je mop zeer snel. Daarnaast neemt een katoenen vezel wel vuil op, maar laat het ook veel gemakkelijker vuil los in vergelijking tot microvezel. Tussen elke microvezel zit namelijk een minuscule ruimte. Daar werd de oorspronkelijke vezel gesplitst. Dit creëert wat we een capillaire werking noemen. Als je schoonmaakt met een mop van microvezel nemen al die kleine ruimtes vuil op en blijven dit sterk vasthouden, tot in de kleinste poriën van je vloer. Een microvezel vlakmop houdt dus veel meer vuil vast. Bij katoen ben je veel sneller het vuil aan het versmeren omdat het loslaat. Dat is vooral bij de strengenmop het geval. Helaas kom je die nog in veel werkkasten tegen.”

Vuil goed vasthouden

Bij het wassen van de microvezelmop laat dat vuil weer los. Aernouts: “Vlakmoppen uit microvezel kun je het beste machinaal wassen. Microvezels houden vuil namelijk heel erg goed vast. Zo goed dat je niet alle vuildeeltjes loskrijgt door enkel de mop uit te wringen. De vezels bestaan uit enerzijds polyester, zo’n zeventig tot tachtig procent, en anderzijds polyamide, twintig tot dertig procent. Bij dat wassen kunnen wel weer microscopisch kleine deeltjes van de mop loskomen. Dat zijn de zogeheten microplastics die je ook bij het wassen van kleding tegenkomt. Deze plastics kunnen via de wasmachine in het milieu komen.”

Tot dezelfde structuur komen

Is dan de microvezeltechniek vanwege het loslaten van plastic ten dode opgeschreven? Aernouts: “Zo ver wil ik niet gaan. Het schoonmaakresultaat moet er zijn, en dan is microvezel nog steeds de slimste keuze. Alternatieve materialen hebben tijdens de productie van de grondstoffen een grotere impact op water (zo is er bijvoorbeeld voor de productie van katoen 200 keer meer water nodig dan voor de productie van PET) of de materialen hebben een beperktere levensduur en zijn niet zo performant. Je kunt namelijk nu microvezel van honderd procent gerecycled polyester maken die end of life te recyclen is. Dat is al een zeer grote winst voor het milieu. In combinatie met de juiste wasprogramma’s, goede kwaliteit microvezelmateriaal, alsook de ontwikkeling van nieuwe filtersystemen om deze microplastics op te vangen voor ze in het milieu terechtkomen, blijft de microvezeldoek voorlopig zeker de beste keuze."

Viscose uit bamboe

"Daarnaast kijken we bij het ontwikkelen van innovaties ook naar bamboe. Bamboeviscose zijn bamboedeeltjes door middel van een chemisch proces omgezet tot een bruikbare textielvezel. Viscose is dan weer een natuurlijk materiaal, gemaakt van cellulose die voortkomt uit houtpulp.” Door gebruik te maken van viscose verkregen uit bamboe zou je ook een oplossing kunnen bieden voor de microplastics. Het nadeel is volgens Aernouts dat agressieve productieproces met chemicaliën. “Ook is het de vraag of je met bamboeviscose tot dezelfde fijne structuur als microvezel kunt komen. Dat wil je wel graag, omdat dat juist zoveel vuil vasthoudt.”

Stefaan Aernouts, hoofd product management bij BOMA

Meer details weten

Schoonmaakbedrijven willen meer en meer details weten over vlakmoppen. “Over het productieproces. Over de hoeveelheid bij de productie gebruikte gerecycled plastics. Alleen een ecolabel zegt een schoonmaakbedrijf te weinig. Ze willen meer inzicht in de hele levenscyclus van grondstoffen tot gebruik. Daarbij komt dat de eisen vanuit ecolabels zoals Nordic Swan, een door de leveranciers omarmd Scandinavisch label, hoger en hoger worden. Op het gebied van kwaliteit, maar ook duurzaamheid van de gebruikte materialen en het productieproces.”

Hanteerbaarheid

Ergonomie is eveneens belangrijk, constateert Aernouts. “De belangrijkste bijdrage daaraan zit in opleiding van de schoonmaker. Bij de ontwikkeling kijken wij wel naar hanteerbaarheid. Bijvoorbeeld dat je minder kracht hoeft te gebruiken als je een perssysteem hanteert om de mop van nat naar vochtig te krijgen. Het meest hygiënisch is niet een emmer- en perssysteem, maar een systeem waarbij de mops van tevoren zijn gewassen en je deze meeneemt op de werkwagens. Als de mop verzadigd is met vuil verwissel je deze voor een nieuwe schone. Je houdt zo de vuile en de schone stroom van moppen op de werkwagen gescheiden.”

Je kunt microvezel van honderd procent gerecycled polyester maken die end of life te recyclen is

Vlakmoppen gekoppeld aan internet?

Tot slot komt digitalisering aan bod. Op de schoonmaakbeurs Interclean waren in het verleden diverse vlakmoppen te zien die je aan het internet kon koppelen. Daarmee zag je waar de mop zijn werk had gedaan en kon de schoonmaker digitaal een ruimte afvinken. Aernouts: “Deze mopsystemen zijn vooralsnog bij onze klanten nog niet aangeslagen in de praktijk. RFid / IoT systemen hebben voor een individuele mop nog te weinig toegevoegde waarde en ze maken het mopsysteem onnodig duur. Er zijn namelijk voldoende andere methodes om te weten dat een ruimte is schoongemaakt. Daarbij komt dat een mop te weinig waarde heeft om plaatsing van deze elektronica te rechtvaardigen. Bij een schrobzuigmachine of een schrobzuigrobot doe je dat wel eerder. Denk aan activiteitsbepaling, locatiebepaling en trackingsystemen. Die vormen ten opzichte van de robot of de machine niet veel aan meerkosten.”