Bij het doortrekken ontstaat er namelijk een ‘toiletpluim’, waarbij minuscule deeltjes ontlasting en vuiltjes door de kracht van het water verspreid worden in de ruimte, soms tot wel 15 voet (zo’n 4.5 meter) ver. Het Belgische Nieuwsblad schrijft erover.
Ontdekken van de toiletpluim
Het eerste onderzoek naar dit fenomeen en het ontdekken van ‘toiletpluim’ vond plaats in de jaren vijftig maar het haalde pas in 1975 de wetenschappelijke bladen met dank aan onderzoeker Charles P. Gerba. De Amerikaanse microbioloog ontdekte dat bacteriën uit het zelfs de kleinste deeltjes ontlasting maar liefst 4 tot 6 uur na het doortrekken nog steeds levensvatbaar waren. Zijn bevindingen werden gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Applied Microbiology.
Geen reden voor paniek
Helemaal reden voor paniek is er niet, stelt het Nieuwsblad. “Ondertussen is de bouw en het design van onze toiletten zo geëvolueerd dat het doortrekken heel wat minder opspattend water met zich meebrengt. Toch wordt ook in recentere Amerikaanse onderzoeken aangeraden om steeds door te trekken met het deksel naar beneden. Het gaat niet alleen de verspreiding van infectieziekten tegen, het houdt ook de geur weg.” En dat is voor de volgende bezoeker van het toilet toch wel zo aardig.
Lees ook
Nationaal Toiletonderzoek 2017: waar treft u een schoon toilet aan?
7 tips voor een hygiënisch toiletbezoek tijdens de vakantie