Onlangs deed de Hoge Raad (HR 9 februari 2018 ECLI:NL:HR:2018:180) een uitspraak over of een biedingsprocedure op initiatief van de curator na een faillissement van een schoonmaakbedrijf valt onder het begrip “heraanbesteding” en “contractswisseling” in de zin van artikel 38 Cao in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf (hierna te noemen “Cao Schoonmaak”).
Wat was er in deze zaak aan de hand? Werknemers waren in de periode 1989 en begin 2010 in dienst van het schoonmaakbedrijf Albatros B.V. Vanaf de aanvang van hun arbeidsovereenkomsten waren werknemers werkzaam bij het Crowne Plaza Hotel te Amsterdam. De bepalingen uit de Cao Schoonmaak waren van toepassing op de arbeidsovereenkomst, waaronder een zogenoemde toeslagregeling voor het werken tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten en op feestdagen (artikel 18 Cao Schoonmaak). Met ingang van 1 juli 2010 was een, ten opzichte van de algemene toeslagregeling van artikel 18 Cao Schoonmaak, ongunstiger toeslagregeling opgenomen voor werknemers werkzaam in een hotel.
Op 3 december 2012 is Albatros B.V. failliet verklaard. De curator heeft vervolgens op 6 december 2012 de arbeidsovereenkomsten van de werknemers opgezegd. Op 13 december 2012 heeft schoonmaakbedrijf CSU Cleaning Services B.V. na een biedingsprocedure op initiatief van de curator een overeenkomst gesloten met de curator in het faillissement van Albatros, waarbij CSU Cleaning Services de door haar geselecteerde activa uit het faillissement van Albatros heeft gekocht. CSU Cleaning Services B.V. en CSU Personeel B.V. zijn onderdeel van de CSU-groep die onder meer schoonmaakdiensten levert. De schoonmaakwerkzaamheden worden uitgevoerd door CSU Cleaning Services B.V. De werknemers zijn in dienst van CSU Personeel B.V. De werknemers uit het failliete Albatros B.V. zijn vervolgens met terugwerkende kracht tot de datum van faillietverklaring van Albatros B.V. in dienst getreden van CSU Personeel B.V. De werknemers hebben hun werkzaamheden zonder verandering voortgezet.
Contractswisseling en heraanbesteding
Artikel 38 lid 1 Cao Schoonmaak bepaalt dat van een “ contractswisseling sprake is indien een schoonmaakbedrijf- of glazenwassersbedrijf als gevolg van een heraanbesteding hetzelfde (of nagenoeg hetzelfde) object verwerft” . Van een heraanbesteding in de zin van de CAO is sprake, indien dezelfde opdrachtgever een ander schoonmaak- of glazenwassersbedrijf dan het zittende schoonmaak- of glazenwassersbedrijf in de gelegenheid stelt om tegen een bepaalde prijs, het werk, te gaan verrichten. Onder heraanbesteding wordt ook verstaan een aanbesteding als gevolg van opzegging van het contract door het schoonmaak/glazenwassersbedrijf. De vraag is hoe het begrip “heraanbesteding” in het kader van de biedingsprocedure op initiatief van de curator moet worden uitgelegd.
Het is vaste rechtspraak dat een cao-bepaling moet worden uitgelegd aan de hand van de zogenoemde cao-norm (HR 27 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0010, NJ 2011/258 en HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:564). In het begrip “heraanbesteding” ligt besloten dat daarvan slechts sprake is indien deze plaatsvindt door dezelfde opdrachtgever als degene die het project waarom het gaat, eerder aanbesteedde (HR 8 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3039, NJ 2007/324).
Geen sprake van heraanbesteding
In casu heeft de biedingsprocedure op initiatief van de curator plaatsgevonden. De tekst van art. 38 CAO, de strekking daarvan en de voor partijen kenbare toelichting daarbij bieden volgens de Hoge Raad geen steun voor het oordeel dat er sprake is van een “heraanbesteding” in de zin van artikel 38 Cao Schoonmaak door Crowne Plaza Hotel. Dat dit “met kennelijke instemming van Crowne Plaza” is gebeurd die daaraan “geen verdere voorwaarden heeft verbonden”, is volgens de Hoge Raad onvoldoende om te kunnen spreken van een heraanbesteding in de zin van artikel 38 Cao Schoonmaak.
De eindconclusie is dan ook dat een biedingsprocedure op initiatief van de curator niet valt onder het begrip “heraanbesteding” en dus ook niet onder het toepassingsbereik van artikel 38 Cao schoonmaak (een contractswisseling). Deze uitspraak laat maar weer eens zien dat we soms nog een gevolg van een oorzaak noemen die we niet zien.
Hendarin Mouselli is advocaat bij VRF Advocaten B.V.
Like Service Management op Facebook
Geef een reactie